06 48 92 70 74 christel@bureaucic.nl

Zomerprikkelpret

Oké, het is bijna zomervakantie en de sfeer is al aardig uitgelaten. Ik merk het aan de zinderende zomersfeer op het werk en op school, waar overigens niet iedereen heel chill van wordt. Er zijn in deze periode ook veel prikkels. En niet alleen van prikkende muggen, de zon of brandnetels. Voor diegenen die intense prikkelgevoeligheid ervaren kan dit echt een uitdaging zijn. En daarmee ook voor hun directe omgeving.

Prikkelgevoeligheid

Prikkelgevoeligheid verwijst naar de mate waarin we reageren op sensorische prikkels, zoals geluiden, geuren, aanrakingen en visuele prikkels. Iedereen heeft zijn eigen prikkeldrempel, en sommigen van ons zijn van nature gevoeliger voor bepaalde prikkels dan anderen. Voor personen met een hogere prikkelgevoeligheid kunnen alledaagse situaties overweldigend worden, wat leidt tot stress, angst en frustratie.

De afgelopen weken merkte ik al een  verandering tijdens de begeleidingen in de praktijk van BureauCiC. Ik trof meer prikkelgevoelige kinderen, jongeren en volwassenen die duidelijk niet in hun hum waren en meer opstandig, drukker of stiller gedrag vertoonden dan normaal. Ik had te maken met ouders die ‘opzagen tegen die 6 weken vrij’ terwijl de vakantie nog niet begonnen is en kwam leerkrachten en ib’ers tegen die met moeite de laatste loodjes in goede banen kunnen leiden en reikhalzend uitkijken naar een periode van rust en ‘even niks’.
Met de zomervakantie in zicht is het vaak een drukke en spannende tijd voor zowel kinderen, hun ouders en omgeving.

Wat maakt deze periode nou extra lastig voor diegenen met een intense prikkelgevoeligheid?

School

Op school worden in deze tijd feestelijke activiteiten georganiseerd zoals: een uitje naar een pretpark of zwembad, meester- en juffendag, sportdag met harde muziek en gillende mensen om je heen die uitgelaten zijn van vrolijkheid en blijdschap.  Het kan jou of je prikkelgevoelige kind zomaar teveel worden.

Routine

Er verandert al het een en ander in de dagelijkse routine. De overgang van het gestructureerde school- en werkleven naar de vrije tijd van de zomervakantie kan voor prikkelgevoelige mensen moeilijk zijn. Het ontbreken van een duidelijke structuur kan leiden tot onzekerheid en spanning.

Sociale interactie

Op sociaal terrein gebeurt er meestal ook het een en ander tijdens de vakantie. Je komt vaak in contact met nieuwe mensen, zoals vakantievrienden of familieleden die we minder vaak zien. Sociale interacties kunnen vermoeiend zijn voor prikkelgevoelige personen, omdat zij zich constant moeten aanpassen aan de nieuwe situaties en personen.

En hoe overleef je als prikkelpersoon deze zinderende zomerperiode?

Rust

Momenten van rust en stilte gedurende de dag zorgen ervoor dat het stresslevel van jou en je kind weer kan dalen. Je kunt voor jezelf en voor je kind een lekker plekje in of om het huis inrichten waar je je kan terugtrekken en kunt ontspannen zonder overmatige prikkels. Denk daarbij aan een boomhut, tuintent, hoekje in je slaap- of woonkamer met lekkere zachte kussens, dekens en wat eigen spulletjes waar je een fijn muziekje kunt luisteren, kunt lezen, tekenen, schrijven, fantaseren of gewoon relaxt mag luieren in je eigen veilige wereld.

Communicatie

Het is belangrijk dat prikkelgevoelige personen weten waar ze tijdens de vakantie aan toe zijn. Bespreek jullie plannen en maak eventueel een schema waarop ieder voor zich kan bijhouden wat er aan activiteiten te gebeuren staat. Praat over de verschillende uitjes en evenementen en wat daar allemaal bij komt kijken. Dit kan echt helpen om gevoelens van onzekerheid en angst te verminderen.

Regie

Zorg voor voldoende regie en keuzemogelijkheden over bepaalde situaties. Laat kinderen bijvoorbeeld kiezen welke activiteiten ze wel of niet willen bijwonen of welke kleding ze willen dragen op een bepaald moment. Het houdt ze ‘in control’ en helpt met het ervaren van een coole, frisse en meer zelfverzekerde uitstraling. En jij als volwassene mag ook best een keertje overslaan bij een activiteit waarvan je weet dat die je geen goed zal doen. Ga samen op zoek naar een alternatief of zeg gewoon ‘nee’. Ik ga niet mee. Punt.

Structuur

Zorg ook tijdens de vakantie voor zoveel mogelijk gestructureerde routine. En hoewel de zomervakantie een periode van vrolijke en vrije ontspanning is, kan het voor prikkelgevoelige personen nuttig zijn om toch een bepaalde mate van structuur aan te houden. Wat niet betekent dat elke minuut gepland moet worden, maar juist het instellen van regelmatige tijden voor maaltijden, activiteiten en rust kan helpen om een gevoel van veiligheid en voorspelbaarheid te creëren.

Sensorische ondersteuning

Probeer eens om sensorische hulpmiddelen in te zetten om overprikkeling te verminderen. Denk hierbij aan ruis onderdrukkende koptelefoons of oortjes, zonnebrillen, verzwaringskussens/knuffels of fidget toys. Deze hulpmiddelen kunnen helpen om prikkels te reguleren en prikkelgevoelige personen een gevoel van comfort te geven.

Zelfzorg

Ga eens aan de slag met meditatie of ademhalingstechnieken. Elkaar een fijne massage geven aan rug, nek, voeten of handen kan ook heel rustgevend zijn. Creëer je eigen Spadagje in en om huis en geniet er samen van. Het zal jou en je kind(eren) rustiger maken als ze (te) overweldigd lijken te raken of zijn. Het zorgt ook nog eens voor verbinding en saamhorigheid; een gevoel van gekoesterd worden en veiligheid.

Zomervakantie

De zomervakantie kan dus echt een uitdagende periode zijn voor prikkelgevoelige personen. Het begrijpen van prikkelgevoeligheid en het toepassen van geschikte strategieën kan helpen om deze tijd met meer gemak en plezier door te komen. Door rustige momenten te creëren, goed te communiceren, keuzes en controle te bieden, een gestructureerde routine te behouden, sensorische hulpmiddelen te gebruiken en zorg voor elkaar in te zetten, kun je als ouders/verzorgers samen met je kind(eren) een omgeving creëren waarin iedereen zich comfortabel voelt.

En gaat het dan toch nog mis? Wat helemaal niet zo raar is, maar hoort bij deze vrij lange andere situatie dan normaal, dan probeer je lekker af te koelen, iedereen te laten voor wie hij is en de volgende dag een nieuwe start te maken. Praat er met elkaar over en kijk samen naar hoe jullie het de volgende keer anders kunnen doen. Dan kan ook de zomervakantie een periode zijn waarin jullie kunnen genieten van zomerprikkelpret.

Ik wens iedereen een precies goede zomervakantie toe.

Sprongetjes

Oké, ik voel aan alles dat er ‘iets’ is, maar ik kan er de vinger niet op leggen. Ik slaap slecht, ben humeurig, ben weinig positief over de wereld, wil mezelf het liefst in een donker hol verstoppen, om er pas weer uit te komen als het ‘iets’ weer over is. 
Maar dat gaat natuurlijk niet. Ik heb verantwoordelijkheden die ik moet nemen. Werk, gezin, sociale activiteiten. Het lukt wel, maar niet van harte en ik herken inmiddels dit gevoel bij mezelf. Ik glij langzaam een periode van positieve desintegratie in.

Positieve Desintegratie?

Dat is gek. Positieve Desintegratie. Op het eerste gezicht lijken de woorden die de term vormen tegenstrijdig. Desintegreren, oftewel het proces van uiteenvallen, volgens de Dikke van Dale. En als we gaan kijken naar uiteenvallen lezen we: in delen, in stukken raken. Daar heb ik niet echt een positieve associatie mee. Een huis dat uiteen valt, mijn auto die in stukken uit elkaar valt. Een huwelijk dat uiteen valt. Een kind dat op school uitvalt. Een systeem dat uitvalt. Ik kan de gunstige glans van deze situaties serieus niet benoemen. Dus waarom dan toch dat positieve ervoor?
De term komt uit de wetenschap en is verbonden aan de Positieve Desintegratie theorie van professor K. Dabrowski, Pools psychiater en psycholoog. Dabrowski heeft zijn theorie ontwikkeld aan de hand van onderzoeksresultaten die hem inzicht gaven in de enorme veerkracht van begaafde en talentvolle mensen, ondanks dat zij soms zeer zware periodes in het leven meemaakten.

Dabrowski

Dabrowski’s theorie is gebaseerd op de 5 overexcitabilities én de meerlagigheid waarin persoonsontwikkeling plaats kan vinden. De 5 overexcitabilities, samen met de persoonskenmerken van een hoog ontwikkelingspotentieel heb ik samen met Saskia Claassens van Praktijk SAS verwerkt in een eigen model, het P.I.O. model, waarin we een eigen-wijze blik op hoogbegaafdheid geven. In dit model is de Positieve Desintegratie theorie verwerkt en laten we zien hoe belangrijk het is om vanuit je authentieke ik te leven. Hoe meer je vanuit je eigen ik leeft, keuzes maakt en handelt, hoe fijner je je zult voelen.

Maar dan ben ik nog steeds op zoek naar het positieve in het hele stuk. Jij bent misschien al lang afgehaakt.

Het positieve van het desintegreren zit volgens Dabrowski in het talent van mensen om uit elke periode van uit elkaar vallen iets goeds te halen voor hun persoonlijke ontwikkeling. Oftewel een oud cliché: als er ergens een deur dicht gaat, gaat er ook weer een open. Na een kapotte auto komt er een nieuwe auto, die net wat lekkerder rijdt. Na een scheiding komt er een nieuwe relatie, met meer balans. Na een ingestort huis, komt er wederopbouw met een beter fundament, na het uitvallen van een systeem, wordt het systeem verbeterd met meer geavanceerde mogelijkheden.
Wat niet wegneemt dat er tijdens het uiteenvallen pijn, verdriet, onmacht, boosheid, depressie ervaren kan worden. En het is nu precies hoe je dáár iets mee doet in je persoonlijke ontwikkeling dat maakt of je Positief Desintegreert.

Ga je de uitdaging aan in een periode van uiteenvallen om deze periode er überhaupt te laten zijn? Ga je op zoek, voelen en ontdekken wat ervoor zorgt dát je in een desintegratie zit en durf je in de spiegel te kijken naar wat er anders kan, waardoor je na de desintegratie weer beter uit de verf komt als mens.

Dat is niet niks hè, best een hele opgave als ik het zo teruglees. En dat zou je dan ook allemaal nog alleen moeten doen? Een mens zou van minder uit elkaar vallen toch.

‘Oei ik Groei’

Toen mijn kinderen werden geboren had ik een boek thuis. Een soort babybijbel voor ongemakkelijke periodes van je kind: ‘Oei ik Groei’. Vooral de ontwikkeling in de eerste levensjaren van je kind worden in dat boek beschreven. En heel handig en ondersteunend is de beschrijving daarbij van de ‘sprongetjes’ die baby’s en kinderen maken gedurende hun ontwikkeling. Kinderen worden dan vervelend, humeurig, houden zich niet meer aan hun schema, zijn huilerig, hangerig en als ouder krijg je er vaak de hik van. Het vreet energie en je moet gewoon geduldig wachten tot je kind weer uit zo’n lastige periode tevoorschijn komt. En je merkt het per direct als dat zo is. Ze zijn weer ‘zichzelf’, kunnen vaak ineens iets wat ze voor die periode nog niet konden (iets pakken, omrollen, kruipen, staan, lopen, praten, etc.). En ook al beschrijft het boek maar de eerste levensjaren, je snapt als ouder heel goed dat die sprongetjes eigenlijk nog best heel lang terugkomen.

En zo is dat ook met de Positieve Desintegratie theorie. De periodes van je niet lekker voelen, keren steeds weer terug. En naar gelang jij hier iets mee doet, zul je merken dat je daarna weer meer jezelf bent geworden. Je leeft weer meer vanuit je authentieke ik, maakt keuzes die bij jouw waarden, normen en persoonskenmerken passen en trekt je minder aan van wat anderen van jou denken en vinden. Hoera! Je hebt een heuse ontwikkeling doorgemaakt op persoonlijk vlak. En als je het zo bekijkt, is dat zeker een positief en waardevol gevoel. Je moet er alleen ‘even’ doorheen.

Herkenbaar?

Herken je jezelf, je partner of kind(eren) in bovenstaande? Als positief desintegratie coach kan ik je helpen om meer bij je authentieke ik te komen en te leren om vanuit deze ik keuzes te maken.
Het zal je verbazen hoe fijn het is om te snappen dat je in een ‘sprongetje zit’, te weten dat je daar weer meer ontwikkeld uit komt en begrijpt wat je zelf kunt doen om dit proces bewust aan te kijken.

Deze blog heeft een week of 3 werkloos op mijn pc gestaan. Daarna kon ik weer met nieuwe inzichten uit mijn sprongetje tevoorschijn komen en de blog ook daadwerkelijk posten. Met een positief gevoel van overwinning, inzicht in waar het sprongetje vandaan kwam en waar het toe leidde; meer rust, balans, ontspanning en evenwicht in werk en privé. Hartstikke positief dus, zo’n desintegratieperiode.

Zomergasten

Oké, ik lees een boek. Op zich niks geks, want ik lees wel vaker een boek. Dit keer is het diepgaande vakliteratuur. Nog voor de zomervakantie start ik in ‘Traumasporen’ van Bessel van der Kolk. Nog nooit van de meneer gehoord, maar hij blijkt een autoriteit op het gebied van kennis over trauma en traumabehandeling.
En wat schetst mijn verbazing, als ik een aantal weken later de aankondiging van de laatste ‘Zomergasten’ zie (NPO2, Janine Abbring). Een tv-programma dat ik niet kijk, omdat ik het slaapverwekkend en veel te lang vind. Er komen wat mij betreft ingewikkelde gasten, ik vind mevrouw Abbing snerpend en onvriendelijk kritisch en ik begrijp niks van het decor (een ondergelopen caravan waar interviewster en gast bovenop zitten).
Maar deze keer wil ik het persé zie, want diezelfde meneer van dat traumaboek komt. Wie weet, dat het deze keer wel interessant genoeg is om niet bij in slaap te vallen. 

Trauma

Het eerste wat me opvalt is dat ze ‘je’ tegen de meneer zegt, die net zo oud is als mijn vader en mijn vader is uit ’43. Even wennen.
De meneer is een aimabele man, die ontzettend fijn over trauma, traumatische ervaringen en wat dit met hersenen en lichaam doet kan uitleggen. Vanaf minuut 1 zit ik erin. Helemaal. Er komt zo veel voorbij dat herkenbaar is voor de doelgroep waarmee ik werk: de gevoelige en vaak ook hoogontwikkelde kinderen. De doelgroep die zich zo vaak anders voelt, raar, afwijkend, niet gehoord, niet gezien, niet begrepen voelt.
Meneer van der Kolk, Bessel, legt uit dat juist deze factoren ervoor kunnen zorgen dat je PTSS ontwikkelt als je iets heel naars is overkomen. Hij heeft het daarbij wel over oorlogstrauma, kindermishandeling, misbruik, verkrachting, ongelukken en (vliegtuig)rampen. En toch ervaar ik gaandeweg het programma, steeds meer de vergelijking met ‘schooltrauma’. Een term die in mijn doelgroep regelmatig valt, maar waar maar weinig draagvlak voor lijkt te zijn. En vanuit wetenschappelijk, diagnostisch en medisch oogpunt misschien ook wel begrijpelijk, maar vanuit de ervaring en het meevoelen met de kinderen die hier last van hebben zeer zeker niet. 

Leed

Het jongetje dat ik in begeleiding heb en dat bijna het hele afgelopen schooljaar heeft thuisgezeten vanwege traumatisch gedrag op ‘naar school gaan’ en waarbij door middel van diagnostisch onderzoek ‘PTSS’ werd vastgesteld, blijft steeds weer terug komen in mijn gedachten bij de uitleg van Bessel (als zij het doet, doe ik het ook maar) over wat PTSS teweeg kan brengen en wat de gevolgen zijn.
Het begint met iets naars dat jou gebeurt en waarvan je jezelf de schuld geeft. Je hebt geen ander referentiekader doordat je er met anderen niet over kunt praten. Jij denkt dat de nare gebeurtenis er is doordat jij een slecht, verkeerd mens bent. Niemand anders in die situatie beweert het tegendeel. Jij wordt niet gehoord, gezien, mensen die voor je op zouden moeten komen, kijken de andere kant op, zijn niet beschikbaar, helpen niet om jouw situatie te verbeteren.
Het nare dat jou gebeurt, slaat zich op in je geheugen als een steeds repeterende gebeurtenis. Niet als een herinnering, maar als een steeds weer opnieuw beleefde situatie. Waarbij een onbewuste zintuiglijke prikkel (een beeld, een geluid, een geur) ervoor kan zorgen dat je de situatie herbeleeft en in de stand-bye stand terecht komt. Je komt eigenlijk steeds maar niet verder. Je kunt bepaald gedrag vertonen, waarvan je niet weet waar het vandaan komt. Je kunt ineens verdrietig zijn of heel boos, maar je sluit vooral je emoties af. Dit maakt dat je geen verbinding meer aan kunt gaan met anderen. En omdat wij nou eenmaal homo sapiens zijn, een soort die ergens bij wil horen, gaat dat op den duur mis. Je wordt een mens op de automatische piloot, (intieme) relaties lopen stuk.

Bessel legt uit dat er bij trauma 2 soorten reacties zijn: degenen die heel goed kunnen functioneren in het dagelijks leven (meestal de workaholics), maar zonder emoties en gevoel zijn en stuk gaan op relaties. En degenen die totaal niet meer kunnen functioneren, wanhopig, lethargisch, lamgeslagen zijn en helemaal niets meer doen. Dit kan er letterlijk voor zorgen dat mensen fysieke klachten krijgen die geen medische oorzaak hebben. 

Heling

PTSS is te behandelen. Bessel heeft vele vormen bestudeert van wat werkt om uit PTSS te komen. Hij noemt o.a. EMDR, Yoga, Psychodrama en Drugs. Die laatste is uiteraard interessant, maar niet helemaal nieuw. In 2019 zijn al Nederlandse militairen behandeld met deze vorm van traumatherapie voor PTSS (ad.nl wetenschap, J. van Kempen 18-10-2019).
Niet geschikt voor mijn jongetje met schooltrauma denk ik.

Daarbij vind ik het trauma van dit jongetje een ‘situationeel trauma’. (Vergelijkbaar met situationeel verzuim. Iemand kan zijn werk nog wel doen, maar niet in zijn eigen werkomgeving).
Zo is het ook met dit jongetje. Hij kan wel leren (is zelfs hoogbegaafd en volgt van ellende maar een cursus Spaans nu hij thuis is), maar het luk hem niet om fysiek naar zijn school te gaan. Dan slaan de stoppen door, kan hij niet meer rationeel denken en vlucht hij letterlijk weg. Ook fysieke klachten dienen zich aan als hij in de buurt van zijn schoolgebouw komt of er zelfs maar aan denkt.

EMDR of Psychodrama zouden meer kans van slagen hebben, denk ik.

Oordeel

Tijdens het kijken van de uitzending van Zomergasten over trauma en het luisteren naar de visie van Bessel van der Kolk en het kijken naar zijn fragmenten, komt steeds weer mijn eigen oordeel naar boven dat ik het vergelijk niet mag maken. Zwaar getraumatiseerde personen vanuit oorlog, rampen, mishandeling, seksueel misbruik, geestelijk en lichamelijk geweld, vergelijken met een jongetje dat ‘niet naar school wil’ en wegrent als hij daar wel heen moet. Dat kan toch niet. Dat heeft toch totaal niks met elkaar te maken?

Wel als ik de oorzaak hoor van trauma door geestelijk en/of fysiek geweld, seksueel misbruik, mishandeling. De eenzaamheid van deze mensen. Het niet gehoord, gezien worden. Kinderen die denken dat ze mishandeld of misbruikt worden omdat ze gek zijn, niet gewenst zijn, niet zo zijn als anderen. ‘Ik ben zo anders, ik voel me zo anders, ik zal wel gek zijn en daarom gebeuren er nare dingen met mij. Dat is mijn straf. Ik zal nog beter mijn best doen’, om zo vervolgens een hekel aan zichzelf te krijgen omdat ze zich aanpassen, maar dit niets oplevert in het gedrag van de ander, of het gevoel over zichzelf.

En dat is precies de overeenkomst met mijn doelgroep die het op school vaak zo zwaar heeft. Nee, ze worden niet mishandeld, of misbruikt, maar ja, ze voelen zich anders, zijn niet als de rest, hebben geen referentiekader, want ze zijn vaak de enige (of een van de weinige) in hun omgeving. Ze worden niet begrepen, niet gezien gehoord. En als ze zich aanpassen, verandert er vaak helemaal niets en zullen ze gaan denken dat het inderdaad aan hen ligt, het hun straf is, ze gek zijn, iets mankeren, niet deugen.

Meneer Bessel wordt niet door iedereen gewaardeerd. In de Volkskrant van 26 augustus 2022 wordt een zeer kritisch stuk gepubliceerd waarin Van der Kolk als een gevaarlijke man met onjuiste ideeën wordt weggezet.
Natuurlijk is hier aandacht voor in het programma, maar Bessel geeft geen krimp. Hij vertrouwt op zijn eigen kennis en kunde en wetenschappelijke onderzoeken. Hij geeft aan dat de mensen die kritiek hebben, hun kritiek baseren op werk vanuit een laboratorium en niet of nauwelijks weten wat trauma écht met mensen doet. Dat je dit pas kunt weten als je het ervaren hebt door met deze mensen te werken, te praten, ze te begeleiden en behandelen.

Laat ik me nou ook vaak zo voelen als het om ‘schooltrauma’ gaat bij mijn cliëntjes. Niet serieus genomen worden door schoolleiders, jeugdartsen, gedragswetenschappers, psychologen, orthopedagogen, etc. Zij hebben hun oordeel klaar en dat luidt: niet vastgesteld door de wetenschap of vertegenwoordigers van de wetenschap, geen juiste titel, niet de juiste classificering, maar wel durven beweren dat er sprake is van trauma, opgelopen door of op school. Dat mag niet hoor!

Nou, ik ben het volkomen met meneer Bessel eens. Door het werken met deze kinderen (en hun ouders), ze te begeleiden, met ze te praten, met ze te spelen en ze te begeleiden, screeningslijsten (jawel, Cotan gevalideerd) af te nemen en deze zelf te interpreteren, durf ik vol vertrouwen vanuit mijn eigen kennis, kunde, ervaring en bekwaamheid te zeggen dat schooltrauma bestaat en aan PTSS gerelateerd gedrag kan veroorzaken. Punt. 

Verbinding

De rode draad in het  programma Zomergasten met Bessel van der Kolk is ‘verbinding’, concludeert Abbing aan het eind van het programma.

Verbinding is het sleutelwoord om personen die getraumatiseerd zijn, zich anders voelen, niets meer voelen, zich niet gehoord voelen, niet gezien voelen, niet begrepen voelen, beter te laten voelen.
Dus ook de kinderen met een schooltrauma hebben nood aan VERBINDING.
Geef ze wat ze nodig hebben, luister naar ze, kijk naar ze en zie hoe ze zijn en respecteer dat. Stop ze niet in een keurslijf, in een hokje. Geef ze niet het idee dat ze moeten presteren, maar geef ze het idee dat ze mogen leren, telkens weer opnieuw, ook als ze het fout doen, terwijl ze toch zo slim zijn.

Bessel geeft ter afsluiting zijn voorkeur in vorm tot verbinden aan. Met muziek en dans. Met ritme. Muziek verbindt en spreekt voor iedereen dezelfde taal.

Zomergasten sluit af met de song ‘we shall overcome’. In verbinding met elkaar door muziek, woord, ritme en saamhorigheid, de narigheid overwinnen.

Ik gun het de kinderen met een schooltrauma zo. Om hun angsten, vastgeroeste gedachten, conditioneringen, aannames, oordelen en vooroordelen te overwinnen. Samen met diegenen die voor hen moeten zorgen: leerkrachten, ib’ers, schoolleiders, schoolpsychologen, orthopedagogen, klasgenoten, ouders, vrienden, kennissen en hulpverleners.

Zodat ook zij, vrij en zonder (situationeel) trauma door het leven kunnen.

Prof. dr. Bessel van der Kolk, Traumasporen, 2014

Zomergasten, NPO2, 28-8-2022

Ondersteboven

Oké, ik ben een paar dagen op mezelf aangewezen. Helemaal alleen. En dat is helemaal niet zielig, maar vooral even heel erg fijn. Man en dochter zijn op paasweekend met de vriendenclub. Ik mag en kan thuisblijven. We kunnen elkaars behoeften en noden inmiddels aanvaarden en respecteren. De vriendenclub is namelijk nogal groot en zo’n weekend redelijk overweldigend voor een hooggevoelig mens.

De eerste uren weet ik niet goed wat ik met alle rust, stilte en vrijheid aan moet. Mijn hoofd zit nog zo vol van het alledaagse leven dat het nog tolt van wat er was en wat ik vind dat er nog moet. Eerst maar even landen dus. Ik pak vooral wat aardse zaken aan. Opruimen, stofzuigen, de was. En met het opruimen in huis, lijkt langzaamaan ook mijn hoofd meer opgeruimd te worden.

Ondersteboven

Ik pak mijn e-reader en sinds lange tijd ga ik zitten, buiten in de zon, want het is heerlijk weer. Ik kreeg een boek aangeraden tijdens de Training Gevoelsverkenner van Greetje Welten. Het boek gaat over een hoogsensitieve jonge vrouw, die de Camino gaat lopen (voetreis naar Santiago de Compostella). Ik ben fan van de Camino, heb het boek in huis en kan er dus zo voor gaan zitten.

Ik word er meteen ingezogen. Zowel in het verhaal, als in wat het met mij doet. Het raakt me heel erg diep, op een niveau waarvan ik dacht dat ik dat al lang gepasseerd was. In de uren die ik doorbreng in de zon, op de bank met een glas wijn, in bed en weer terug in de zon (de volgende dag), lees ik mijn eigen verhaal. En nee, ik ben niet naar Santiago de Compostella gelopen (al is dat een heimelijk verlangen dat ik al heel lang bij me draag), maar ik herken het proces dat deze jonge vrouw beschrijft van in stukjes uiteenvallen, niet meer weten hoe het moet, de boel weer bij elkaar rapen en door en verder gaan en dat tot in treurige herhaling. Dát is wat me zo diep raakt. Ik ben er compleet ondersteboven van.

Appelboom

Ik besef me dat de rust, de stilte, de vrijheid maken dat ik zelf ook weer diep naar binnen kan en ik hierdoor mezelf toesta om het me te laten raken. Ik besef me dat ook ik pas kan voelen als er rust, stilte en ruimte is en ik denk aan al die kinderen en ouders die ik in begeleiding heb of heb gehad. De kinderen met een intens Zijn. Die intens voelen, intens denken, intens beleven en intens ervaren. Die kinderen kunnen ook pas voelen als er rust, stilte en ruimte is. En de ouders van deze kinderen, waarvan er meestal minstens ook één een intens mens is, kunnen ook pas voelen als er rust, stilte en ruimte is. Er vallen nu eenmaal geen peren onder een appelboom.

Peer

Ik denk aan de huidige maatschappij, het huidige schoolsysteem, de wereld waarin we leven. Er wordt veel verlangd en verwacht van ons. En als je dan de pech hebt dat je toch een peer bent en je het leven anders en meer intens ervaart, hoe hou je je dan staande? Hoe voldoe je aan alle eisen en verwachtingen die er aan je gesteld worden? Kom je dan nog tot voelen? Kom je dan nog tot de beleving van je ware ik? Of heb je inmiddels je gedrag aangepast aan de wereld om je heen? Of ben je gaan rebelleren en pas je je helemaal niet meer aan en laat je alleen nog dwars gedrag zien? Linksom of rechtsom, je zult je niet happy voelen als je als intens mens niet jezelf kunt zijn in deze wereld en/of de wereld om je heen.

Rechtop

Ik besef me dat het niet makkelijk is om rust, stilte en ruimte op te eisen in de wereld waarin je leeft; in het gezin waarin je functioneert; in de volle klas waarin je dagelijks moet verblijven en je werkjes goed moet doen; op je werk, waar er veel van je verlangd en verwacht wordt; in je sociale omgeving, waar veel systemen een beroep op je doen; in jezelf, omdat er zo veel moet, van ons hoofd. Maar hoe belangrijk is het om af en toe de rust, stilte en ruimte tóch te pakken, te creëren en als het moet op te eisen en dit jezelf te gunnen. Omdat je dan kunt blijven voelen, connectie kunt blijven maken met je verlangens, je dromen, je wensen, je kwaliteiten, je behoeften en daarmee met je ware ik. En als je die ware ik niet goed verzorgt, niet genoeg aandacht geeft, zul je uiteindelijk ondersteboven belanden in je jezelf en in je Zijn. Of blijf je liever fier rechtop en overeind?

Samen met Saskia Claassens van Praktijk SAS heb ik een model ontwikkeld, waarin ontwikkelingspotentieel in relatie tot je ware ik verduidelijkt wordt.
klik hier voor de link naar het model en de uitleg.

Training Gevoelsverkenner Greetje Welten

Bente van der Wouw, ‘Onderweg’

Precies goed

Oké, het is inmiddels begin januari en ik heb al heel veel mensen ‘de beste wensen’ gestuurd, alle goeds voor het nieuwe jaar gewenst, een mooie start voor 2022 toegedicht en met vooral veel vertrouwen voor het nieuwe jaar….

Maar wat zijn nou die beste wensen, wat is dat ‘alle goeds’, wat maakt dat ik je ‘vooral veel vertrouwen’ wens? Want wat voor jou alle goeds is, is voor mij misschien wel helemaal niks. Wat voor mij een beste wens is, is voor jou misschien het meest onhandige wat ik je kan wensen. En ik vind dat ik mezelf erop betrap dat het ook best heel onpersoonlijk is, om iedereen maar hetzelfde toe te wensen

Berghutje

We zijn namelijk helemaal niet allemaal hetzelfde. Dat maakt ons nou juist zo leuk, als wereldbevolking; toch? Samen zijn we een mooi stel, met verschillende noden en behoeften. En dan heb ik het niet over primaire nood-zaken, want dan begeef ik mij op een gebied waar ik van alles van vind, maar geen verstand genoeg van heb om er echt iets zinnigs over te zeggen. Nee, dan heb ik het over geestelijke behoeften en verschillen. De een heeft behoefte aan rust, alleen zijn, regelmaat, de natuur, kamperen in een berghutje. De ander heeft behoefte aan mensen om zich heen, muziek, dansen, reuring, uitgaan, sporten, op vakantie in een luxe resort. En er zijn er vast ook die houden van een mix van alles.

Monkey Town

Ik houd van rust, alleen zijn, af en toe muziek, lezen, natuur, zeker niet kamperen in een berghutje (überhaupt niet kamperen), ben het liefste thuis, maar heb ook een gezin waarbinnen iedereen weer zijn eigen behoeftes en noden heeft. En die sluiten niet altijd naadloos aan op die van mij.

Deze wintervakantie was voor mij weer subliem. Midden in de natuur op de Veluwe, in een huis in het bos waar je verder niemand ziet, een lockdown waardoor uitstapjes niet mogelijk zijn, maar waardoor ik boeken kon lezen, in ‘alle rust’ tot rust kon komen en ik de voor mij perfecte vakantie kon beleven.

Mijn dochter echter moest haar uitstapjes naar het zwembad, Monkey Town, cafeetjes, lunchrooms, restaurants speelgoedwinkels, stadjes en dorpjes missen. Mijn man houdt het midden. Al neigt die meer naar de actieve bezigheid dan naar de rust.

Rust

We gaan nu al voor het 5e jaar naar dezelfde plek tijdens de kerstvakantie en de afgelopen 2 jaar had ik zo’n geluk met de lockdowns. Maar dat durf ik toch bijna niet te laten merken, hoewel man en kind heus weten hoe het zit. Gelukkig is de natuur vrij toegankelijk en kun je bomen klimmen en appels brengen naar paardjes tot je een ons weegt, dus had dochterlief best wat te doen. En de tuin is groot genoeg om te voetballen en de trampoline is berekend op meer dan 1 kind en de schommel is ook nog steeds leuk. Prima dus. En manlief gaat graag met haar mee en zij met hem. En dan ben ik blij dat ze (samen) even weg zijn. Even geen gekwetter, even kan dan de radio of tv uit of tenminste op een zender die ik fijn vind, op het volume dat ik als prettig ervaar.

En zij begrijpen dat inmiddels heel goed, maar daar is serieus een heel proces aan vooraf gegaan.

Precies goed

Een proces waarin ieder zijn behoeften moest leren blootgeven. Waarin iedereen moest gaan ervaren en accepteren dat we niet allemaal dezelfde wensen en noden hebben. Waarin vooral ik mijn schuldgevoel naar de anderen los mocht leren laten en voor mezelf mocht leren kiezen in doen waar ik blij van word in de vakantie. Wat niet betekent dat ik nooit mee ga met de anderen. Het betekent wel dat we elkaar respecteren in wat we willen doen en waar we blij van worden. En dat gaat steeds beter. Ik kan steeds beter thuis blijven zonder me schuldig te voelen. Ik kan steeds beter bepalen wat goed voor mij is (en inmiddels niet alleen maar in de vakantie) en dat levert iets heel positiefs op. Dat levert ons namelijk een hele relaxte, voor iedereen ontspannen en gezellige vakantie op. En dat is nou precies wat ik iedereen gun en wens. Dat het precies goed is voor jou. En niet alleen voor jou, maar ook voor die ander, en die ander en die ene en die andere.

En daarom wens ik je voor de komende tijd in 2022 precies wat goed is. Precies goed voor jou. Zodat je daar blij van wordt en ontspannen. En je daarmee ook je omgeving meer ontspannen en blij maakt. En dat het dan precies goed voelt en is…

Een precies goed 2022 gewenst dus.

Prikkels

Oké, voor de zoveelste dag deze week, word ik wakker met een knetterende hoofdpijn. En ik denk wel te weten waar die vandaan komt. Ik ben overprikkeld. Mijn hoofd tolt van de gedachten en keuzes die ik aan het maken ben en waar we ook binnen ons gezin mee te maken hebben. Het fijnste zou zijn als ik gewoon in bed kon blijven liggen, nog een uurtje of 2 in alle rust slapen om vervolgens op mijn eigen tempo wakker te worden, op te starten, koffietje erbij, mijn gedachten op papier uitstorten om helderheid in mijn hoofd te krijgen en overzicht en structuur aan te brengen.
Helaas, dat kan allemaal niet. Ik moet mijn dochter op tijd naar school brengen en daarna heb ik een afspraak bij de kapper en daarna mag ik een deur verder bij de plaatselijke alles-in-een-winkel wat Sintinkopen doen. Dus, schouders eronder en dóór.

Doodmoe

En als ik bij de kapper in de stoel word gezet en even moet wachten, vallen mijn ogen dicht van ellende. Tot de kapster aankomt. Ik schiet per direct in mijn ‘vrolijk-modus’ en kwetter er lustig op los.  Mijn kapster heeft géén idee wat er achter dat mondkopje schuilgaat en hoe ik me voel. En dat wil ik ook helemaal niet. Ik wil namelijk gewoon meedoen, aardig gevonden worden en niet zeuren. En ondertussen denk ik aan de kinderen in mijn praktijk waar ik met ouders voor aan het vechten ben om ze op een passende manier onderwijs te laten volgen. En dat het zo lastig is om aan al die betrokken partijen: leerkrachten, zorgmedewerkers, GGD-arts, leerplichtambtenaar, uit te leggen waarom het deze kinderen niet lukt om 5 dagen per week (volgens de strakke regels van de school en leerplicht) gefocust, gemotiveerd en blij naar school te gaan en ook nog goed te presteren.
Alleen al van de gedachte word ik doodmoe.

Negatieve spiraal

Want deze kinderen – en het zijn er serieus meer op dit moment – , laten ook niet altijd zien dat het ze niet lukt, of kunnen niet goed woorden geven aan waarom ze zich zo belabberd voelen. Die willen ook het liefst gewoon wél in het kader vallen en net zo zijn als al die andere kinderen die het wel lijkt te lukken om die schoolweek moeiteloos door te komen. Deze kinderen voelen zich eenzaam, niet gehoord, niet serieus genomen worden en gaan twijfelen aan zichzelf. En als je gaat twijfelen aan jezelf, je eenzaam en niet gehoord voelt, dan voel je je nog veel vervelender en kom je meestal helemaal niet meer tot leren. Dus die adequate prestaties kunnen we dan ook wel vergeten. En dat motiveert dan helemaal niet meer en zo dwarrelt het cirkeltje steeds dieper naar beneden en kun je wel raden wat dat voor effect heeft.

Tijd en aandacht

Het zou zo fijn zijn als deze kinderen zich in alle vrijheid konden uiten over waar ze onder lijden. En het zou zo fijn zijn als er oprecht tijd en aandacht zou zijn en op basis van gelijkwaardigheid met deze kinderen gesproken zou worden. Zowel thuis, op school als in de hulpverlening.

Ik heb een 12-jarige jongen in begeleiding, die het op dit moment niet lukt om volledig naar school te gaan. Op bepaalde dagen voelt hij zich ‘belabberd’ en kan het dan gewoon niet. Samen met ouders wordt gekeken naar hoe daar op de middelbare school invulling aan gegeven kan worden. Dat is een lastige kwestie. Want het kind is niet echt ‘ziek’. Dus zou hij gewoon naar school moeten. Tenzij een onafhankelijk team en /of arts iets zinnigs kan zeggen over de belastbaarheid van dit kind. Maar deze jongen vindt het heel moeilijk om uit te leggen waardoor het nou komt dat hij steeds van die belabberde dagen ertussen heeft (en ik dacht gelijk aan mijn hoofdpijn dagen en het masker dat ik dan maar weer opzet; tot ongenoegen van mijn eigen lijf).
Tot we kortgeleden in de begeleiding tot een diepe kern van het manneke kwamen. Hij sliep niet lekker in, dat kon wel een paar uur duren, daar werd hij redelijk geïrriteerd van, wat ‘de rust en het lekker in slaap vallen’ ook niet bevordert. Daarnaast bleek zijn vader volgens de jongen regelmatig ‘speeches’ over het belang van onderwijs en goed leren aan tafel te voeren waar het kind geen behoefte aan had (hij had de ‘de preek’ de eerste keer al gehoord en was deze nooit meer vergeten)  en niet naar luisterde, maar die wel werden geregistreerd en irritatie opwekte. Ook weer niet bevorderlijk. Maar toen kwam het….de jongen bleek ook nog eens helderziend te zijn. Hij ziet kleurenaura’s om mensen heen (die continu veranderen, omdat de stemming van mensen ook steeds verandert), hij ziet elk moment dat hem passeert in het leven met een ‘dubbele bril’. Hij ziet niet alleen van dichtbij wat er gebeurt, maar tegelijkertijd ziet hij ook nog eens op een tweede rij in zijn ogen allerlei films van gebeurtenissen afspelen die met associaties over de primaire gebeurtenis of zijn helderziendheid te maken hebben. Hij vertelde me over het bezoek aan een bunker uit WO-II tijdens de zomervakantie. Hij ‘zag’ de soldaten, hij ‘voelde’ de sfeer, er trok een hele film aan gebeurtenissen aan zijn ogen voorbij die te maken hadden met de oorlog en wat daar gebeurd was. En dat gaat altijd zo in zijn hoofd. Echt, je zou al van minder slecht slapen toch?!

Dát is dus overprikkeld zijn

Ik schrok, was stil, mijn hoofd draaide op volle toeren….. ik begreep ineens in volle omvang wat het voor deze jongen betekent om ‘prikkels te ervaren’, ‘overprikkeld te zijn’, ‘belabberde dagen’ te hebben waardoor hij de moed niet op kan brengen om naar school te gaan. Ik snapte het hele plaatje in één keer. Ik voelde medelijden en kreeg een schuldgevoel. Want ik had getwijfeld aan zijn oprechtheid over zijn belastbaarheid. En vanuit die twijfel was ik systemisch met hem aan de slag gegaan en had ik hem ‘school’ op laten stellen en zijn belastbaarheid daarin. Hij koos helemaal niet de zwaarste koffer en gaf geen negatieve emotie aan bij school. Want het liefst gaat hij gewoon naar school, want hij vindt school ‘eigenlijk best heel leuk’, zei hij. En ik begreep het. Het werd mij helemaal duidelijk. Maar hoé leg je dat nou uit aan al die knappe koppen die beslissen over de belastbaarheid van een kind met betrekking tot het volgen van lessen.

Hij kwam zelf met de oplossing. Hij gaf aan dat hij het zo fijn had gevonden dit nu eindelijk eens goed uit te kunnen leggen, het hielp hem echt, ook in zijn eigen helder krijgen van het hoe en waarom. En hij gaf zelfs aan dat als er een arts kwam waar hij iets aan uit moest leggen, hij al voorzag dat dat goed zou komen.  En ik wil hem zo graag geloven, omarmen, bejubelen, de hemel in prijzen voor zijn moed, durf, openheid en oprechtheid. Maar ik vrees ook voor het (voor)oordeel van de knappe koppen in deze casus, omdat mijn vertrouwen al zo vaak beschadigd is in schoolsystemen waar voor prikkelgevoelige, hoogbegaafde kinderen aanpassingen gedaan zouden moeten worden.

Hear hear

Mijn hoop is nu een klein beetje gevestigd op het debat over passend onderwijs, óók voor hoogbegaafde leerlingen en de moties die daarvoor ingediend zijn door meneer Heerema om de samenwerkingsverbanden te dwingen om hoogbegaafde kinderen te helpen en ondersteunen, zonder ze het predicaat ‘gehandicapt’ op te hoeven plakken.
Hear hear Heerema!