06 48 92 70 74 christel@bureaucic.nl

Koppeltje duikelen

Oké, wist je dat koppeltje duikelen voor overprikkeling kan zorgen…
Ik niet, totdat ik een kereltje in de praktijk kreeg die, na – bijna – elke gymles, totaal overprikkeld was, huilde, zich vervelend voelde, maar niet kon uitleggen wat nou het probleem was. En dan heb je er dus meteen een probleem bij. Want wat kon er nou toch zo vreselijk zijn aan die gymles dat het ventje er steeds maar zwaar verdrietig en voor de rest van de dag van slag van was?

Raadsel

Ouders dachten aan pesten. De gymjuf vond het aanstellerij, de ib’er geloofde in faalangst en de huisarts kon niets abnormaals vinden aan het functioneren van spieren en/of gewrichten. Een raadsel dus.

Overprikkeling

Tot we de overprikkelingsgebieden van Dabrowski onderzochten bij het ventje. Dabrowski heeft een theorie ontwikkeld (positieve desintegratietheorie) waarin beschreven wordt dat er 5 overprikkelingsgebieden zijn (overexcitabilities) waardoor hoogbegaafde kinderen/personen meer prikkelgevoelig zijn dan anderen van dezelfde leeftijd. Dit is niet altijd zichtbaar, maar kan er wel voor zorgen dat deze kinderen minder goed begrepen worden en zich anders voelen dan hun leeftijdsgenootjes.
Ons mannetje bleek erg sensitief aangelegd, bleek op psychomotorisch gebied geen problemen te ondervinden, had cognitieve leerhonger, maar veel moeite met rekenen en zijn emoties gingen alle kanten op. Hij kon het niet uitleggen, maar liet door zijn tranen zien dat het niet lekker ging.

Disbalans

Doordat hij op de sensitieve overexcitability een duidelijke disbalans liet zien, zijn we daar verder gaan zoeken. Door ouders en leerkrachten signaleringslijsten in laten vullen en meer gericht met het ventje in gesprek te gaan, kwamen we erop uit hij het heel vervelend vond om koppeltje te duikelen of ringen te zwaaien en met paard of brug te moeten werken. Het evenwicht (vestibulaire prikkels) is namelijk ook een onderdeel van het sensorische overprikkelingsgebied. Maar daar denk je niet zo snel aan, als iemand wél heel graag trampoline springt, rondjes rent, voetbalt en slootje springt. Dan denk je niet aan iets als een evenwichtsprobleempje dat de sores bij de gymles veroorzaakt. Achteraf bleek het mannetje ook niet zo van achtbanen te houden en werd hij geregeld wagenziek. Bingo!

Vestibulaire prikkels

Vestibulaire prikkels zijn niet zo bekend. Ziek worden van autorijden en in achtbanen zitten wel. De link naar de gymles wordt daar dan weer niet zo snel bij gelegd. Kinderen die daar last van hebben, kunnen zich echt ongemakkelijk en zelfs angstig voelen als hun voeten los van de grond komen, of hun hoofd en lijf niet meer in één lijn staan (koppeltje duikelen, brugoefeningen, ringen zwaaien, paard en bok) ze raken hun oriëntatie kwijt, daardoor geprikkeld en veelal zelfs overprikkeld en geen mens die eraan denkt dat dit de oorzaak kan zijn van verdriet, boosheid en angst bij jouw kind. Want ook angst wordt hierdoor ontwikkeld. En niet alleen angst voor overgeven door wagenziekte of achtbanen, maar ook angst voor de gymles. Want… moeten we koppeltje duikelen, gaan we ringen zwaaien, komt er een bokspringoefening, of grondoefening op de mat, enzoverder enzovoort. Waarbij de angst het vervelende gevoel én de overprikkeling nog een beetje versterkt. Lekker dan.

Paard

Mocht jouw hoogbegaafde, prikkelgevoelige kind nou ook een hekel hebben aan de gymles, of allerlei uitvluchten verzinnen om maar vooral niet mee te hoeven doen, steeds buikpijn heeft op die gymdagen, of een zeer been, zere voet of niet-meewerkende arm en jij hebt geen flauw idee waar dat vandaan komt, ga dan eens in gesprek met je kind en probeer er samen achter te komen wat er nou voor zorgt dat die gymles als zo vervelend ervaren wordt. En natuurlijk is het niet zo dat elk kind dat een hekel heeft aan de gymles meteen een evenwichtsprobleem hoeft te hebben, maar het wordt wel bijna altijd over het hoofd gezien als mogelijke oorzaak. Je weet het maar nooit… Daarbij zal je kind zich sowieso gekend voelen als je het serieus neemt, het geen aanstellerij noemt en samen met de (gym)leerkracht op zoek gaat naar een oplossing. Dat alleen al kan een stukje van het probleem wegnemen. En daar gaat het volgens mij om. Dat iemand lekker in zijn vel zit en niet of hij een driedubbele schroef over het paard kan flikflakken, of koppeltje kan duikelen.

Trots

Oké, de meeste moeders zijn vanaf dag één apetrots op hun pasgeboren kroost. Alles wat het kleintje doet is zo’n beetje wereldnieuws en deze uitzonderlijke prestaties van de nieuwkomer worden gretig gevolgd door opa’s, oma’s, ooms, tantes, buurvrouwen, vriendinnen, en zelfs de bejaarden in de supermarkt doen gewoon lekker mee. Je zou van minder trots worden, toch.. Of ‘fier zijn op uw schattekes’, zoals ze hier maar een paar kilometer vandaan, net over de grens met het Belgische land zeggen. En dát vind ik nou eens een mooie uitdrukking. ‘Fier zijn op uw schattekes’

Toevalstreffer

Maar wat als jouw kind nou eens écht wereldprestaties lijkt te leveren als ie nog maar heel klein is.. wat dan? Want dat mag je liever niet zeggen hier in ons nuchtere polderland. ‘Niet boven het maaiveld uit alstublieft’ en ‘doe maar gewoon dat is al gek genoeg’. Een conditionering waar een ouder van een hoogbegaafd kind wel eens de hik van kan krijgen. Want als jouw kleine spruit iets gaat doen, waarvan jij denkt: ‘hee, da’s misschien toch wel bijzonder, dan wordt het vaak meteen gebagatelliseerd, de kop ingedrukt of afgedaan als ‘een toevalstreffer’. Of ze beschuldigen jou er zelf van dat je zo ‘volwassen en ouwelijk’ met je kind omgaat. En dus ga je niks meer zeggen en pieker je jezelf suf of het nou wél of niet bijzonder is wat jouw kind doet, zegt, maakt of kan.

Nijntje

Mijn oudste (en dus ook de eerste) deed iets heel bijzonders, tenminste dat vond ik toch echt, als ik hem ’s avonds naar bed bracht en een verhaaltje voor ging lezen. Hij kon nog niet praten, zat in zo’n slaapzakje op schoot (ik denk dat ie ongeveer een maand of 14 was) en dan las ik nijntje voor. En natuurlijk gaan jullie dit niet geloven, maar het is écht waar.. zodra er een punt of komma of uitroepteken in een zin stond, begon hij te wijzen en lawaai te maken. Ik begreep er niks van. Intuïtief dacht ik nog “hij zal toch niet bedoelen dat ik die leestekens moet uitspreken?” Maar wat blijkt.. moederinstinct faalt nooit en vanaf het moment dat ik de punten en komma’s mee voor las, werd hij rustig en was het oké voor hem. En ik dacht… dit is raar, toch?! En intuïtief voelde ik ook aan dat ik dit niet ging vertellen aan mijn vriendin met een jongetje van dezelfde leeftijd die het liefst in zijn bedje, box of kinderwagen lag te slapen en in boekjes helemaal geen interesse had.

Sprongetjes

En ik was dus jaloers op die vriendin met haar slapende baby, die overal mee naartoe kon, nergens last van had en zich keurig ontwikkelde volgens ‘oei ik groei’. Damn, die van mij deed werkelijk álles anders. Ik had helemaal niks aan dat prachtige oeiboek, want hij liep totaal uit de pas. Het enige waar ik wat aan had, waren de overzichten van de sprongetjes. Alleen bij ons leek er nooit eens een tussenperiode te zijn van rust. Hij schoot van het ene sprongetje in het andere. Dodelijk vermoeiend voor zowel moeder als kind.

Clowntjes

Die van ons sliep nauwelijks, was van slag als we eens weg gingen met de auto en als we bij opa en oma waren en er was een ander ritme, kon ie daar bij terugkomst wel 3 dagen last van hebben.
Met een week of 10 heb ik hem uit de kinderwagen gehaald en zo goed en zo kwaad als het ging in een buggy gelegd. Hij wilde niet in die kinderwagen, schreeuwde en wrong net zo lang tot ik niet meer naar buiten wilde. Maar in de buggy was het gewoon oké, toen kon hij alles zien en had hij bewegingsruimte.
De mobiel van clowntjes boven zijn box was een regelrechte ramp aan overprikkelingsfactoren, maar wisten wij toen veel.. hádden we het maar geweten.
Al vroeg ging ie aan de melatonine en zat met zijn 10 jaar op het ongedeeld gymnasium, om daar pas na 8 jaar weer af te komen met een hangen-en-wurgen-diploma.

Trots

En nu,… nu ben ik kei trots op ‘m. Hij vliegt uit. Hij verlaat het nest. Op kamers, zelfstandig, weg uit het hotel bij moeders.. en zelf voelt ie zich trots, maar ook onzeker. Hij weet niet of hij klaar is voor de grote wereld en zijn eigen zelfstandigheid. Maar ik denk dat hij het wel kan. Hij heeft zich immers ook uit die kinderwagen weten te wringen. Hij heeft mij duidelijk kunnen maken dat ik de punten en komma’s bij Nijntje niet mocht overslaan. Hij heeft zich niet altijd aangepast aan de gemiddelde ontwikkeling, maar who cares. Hij gaat pedagogische wetenschappen studeren aan Erasmus. Na een teleurstellende poging tot een hbo-opleiding automotive. Hij geeft niet op, hij zet door en hij is mijn grootste inspiratiefactor en drijfveer voor het dankbare werk wat ik doe. Dus ja, ik ben ontzettend fier op mijn schatteke en ik ga hem heel erg missen thuis, maar ik weet zeker dat hij het gaat rooien daar in de ‘grote stad’. En dat hij het nest verlaat is voor mij nu wereldnieuws en ik durf het nog te vertellen ook. Hij is bijzonder in zijn anders zijn, maar ik ben oh zo trots!

Zwembad in de tuin

Oké, buiten is het 35 graden. Binnen 29.4, Nederland zucht en steunt onder de 5e hittegolf in 2 jaar tijd. Dus, een zwembad in de tuin. Mét toebehoren. Een stofzuiger, schepnet, pomp, chloorhuishouding, ph-waardemeter, thermometer en afdekzeil. Wij hebben het er maar druk mee. Maar ja… ‘alles voor ’t jong eej’, zoals ze hier in Brabant zeggen.

Genieten..

Het leuke is natuurlijk dat we onze dochter er geweldig van zien genieten, samen met haar buurkindjes. Ze houdt het wel uren vol. Met een duikbril (zo’n gek ding met een neus) en wat rommeltjes in het water, hebben we geen kind aan haar.

Mijn man kruipt er ook wel eens bij om af te koelen. Mijn dochter vindt dat geweldig. Sámen met papa in het zwembad. En hij geniet zichtbaar ook. En het koelt zo lekker af zegt hij. Ik houd het liever bij de ventilator en zo min mogelijk bewegen. En een lauwe douche, heerlijk.

Of toch niet..

Mijn zoon (die van bijna 21) en zijn vriendin wilden ook zwemmen. Onaangekondigd kwam ‘ze zwemmen’. Oké, prima, maar wat een gedoe. Want mijn zoon en zijn vriendin kunnen niet tegen het wildebrassengedrag van mijn dochter (die van bijna 7). Angstvallig zitten ze heel dicht naast elkaar zo stil mogelijk in het zwembad. Om er uiteindelijk na 10 minuten weer uit te komen. Mijn zoon zichtbaar humeurig, zijn vriendin teleurgesteld. Het is gewoon ‘too much’, dat het water hun om de oren spettert en de golven tot aan hun knieën komen.

Badmatje

En natuurlijk kunnen we hier om lachen, of zeggen, doe niet zo flauw, of pas je maar aan. Maar dat heeft geen zin. Mijn zoon en zijn vriendin zijn allebei intens begaafd en zeer prikkelgevoelig. Met name op sensitief gebied. Zij vermijden het liefst alles wat met geluid, beweging en aanraking te maken heeft. Mijn zoon zat vroeger na het douchen een half uur op het badmatje met een handdoek om te wachten tot hij droog was. De kapper was één groot drama, want haren knippen ‘deed pijn’. Om van kammen nog maar te zwijgen. Contactsport was onmogelijk en spelen met vriendjes steevast een teleurstelling.

Lange tenen

Mijn dochter is ook intens begaafd en intens gevoelig. Maar zij zoekt de sensitieve prikkels juist op. Lekker wild doen in het zwembad, zij laat zich expres vallen en hard geluid doet haar helemaal niks. Hoe harder hoe liever. Maar ga niet op haar spreekwoordelijke zeer gevoelige lange tenen staan, want dan is het bal.

En zo hebben we van alle smaken wat en dealen we creatief met de situaties die zich voordoen. Het is niet anders..