Oké, ik lees een boek. Op zich niks geks, want ik lees wel vaker een boek. Dit keer is het diepgaande vakliteratuur. Nog voor de zomervakantie start ik in ‘Traumasporen’ van Bessel van der Kolk. Nog nooit van de meneer gehoord, maar hij blijkt een autoriteit op het gebied van kennis over trauma en traumabehandeling.
En wat schetst mijn verbazing, als ik een aantal weken later de aankondiging van de laatste ‘Zomergasten’ zie (NPO2, Janine Abbring). Een tv-programma dat ik niet kijk, omdat ik het slaapverwekkend en veel te lang vind. Er komen wat mij betreft ingewikkelde gasten, ik vind mevrouw Abbing snerpend en onvriendelijk kritisch en ik begrijp niks van het decor (een ondergelopen caravan waar interviewster en gast bovenop zitten).
Maar deze keer wil ik het persé zie, want diezelfde meneer van dat traumaboek komt. Wie weet, dat het deze keer wel interessant genoeg is om niet bij in slaap te vallen. 

Trauma

Het eerste wat me opvalt is dat ze ‘je’ tegen de meneer zegt, die net zo oud is als mijn vader en mijn vader is uit ’43. Even wennen.
De meneer is een aimabele man, die ontzettend fijn over trauma, traumatische ervaringen en wat dit met hersenen en lichaam doet kan uitleggen. Vanaf minuut 1 zit ik erin. Helemaal. Er komt zo veel voorbij dat herkenbaar is voor de doelgroep waarmee ik werk: de gevoelige en vaak ook hoogontwikkelde kinderen. De doelgroep die zich zo vaak anders voelt, raar, afwijkend, niet gehoord, niet gezien, niet begrepen voelt.
Meneer van der Kolk, Bessel, legt uit dat juist deze factoren ervoor kunnen zorgen dat je PTSS ontwikkelt als je iets heel naars is overkomen. Hij heeft het daarbij wel over oorlogstrauma, kindermishandeling, misbruik, verkrachting, ongelukken en (vliegtuig)rampen. En toch ervaar ik gaandeweg het programma, steeds meer de vergelijking met ‘schooltrauma’. Een term die in mijn doelgroep regelmatig valt, maar waar maar weinig draagvlak voor lijkt te zijn. En vanuit wetenschappelijk, diagnostisch en medisch oogpunt misschien ook wel begrijpelijk, maar vanuit de ervaring en het meevoelen met de kinderen die hier last van hebben zeer zeker niet. 

Leed

Het jongetje dat ik in begeleiding heb en dat bijna het hele afgelopen schooljaar heeft thuisgezeten vanwege traumatisch gedrag op ‘naar school gaan’ en waarbij door middel van diagnostisch onderzoek ‘PTSS’ werd vastgesteld, blijft steeds weer terug komen in mijn gedachten bij de uitleg van Bessel (als zij het doet, doe ik het ook maar) over wat PTSS teweeg kan brengen en wat de gevolgen zijn.
Het begint met iets naars dat jou gebeurt en waarvan je jezelf de schuld geeft. Je hebt geen ander referentiekader doordat je er met anderen niet over kunt praten. Jij denkt dat de nare gebeurtenis er is doordat jij een slecht, verkeerd mens bent. Niemand anders in die situatie beweert het tegendeel. Jij wordt niet gehoord, gezien, mensen die voor je op zouden moeten komen, kijken de andere kant op, zijn niet beschikbaar, helpen niet om jouw situatie te verbeteren.
Het nare dat jou gebeurt, slaat zich op in je geheugen als een steeds repeterende gebeurtenis. Niet als een herinnering, maar als een steeds weer opnieuw beleefde situatie. Waarbij een onbewuste zintuiglijke prikkel (een beeld, een geluid, een geur) ervoor kan zorgen dat je de situatie herbeleeft en in de stand-bye stand terecht komt. Je komt eigenlijk steeds maar niet verder. Je kunt bepaald gedrag vertonen, waarvan je niet weet waar het vandaan komt. Je kunt ineens verdrietig zijn of heel boos, maar je sluit vooral je emoties af. Dit maakt dat je geen verbinding meer aan kunt gaan met anderen. En omdat wij nou eenmaal homo sapiens zijn, een soort die ergens bij wil horen, gaat dat op den duur mis. Je wordt een mens op de automatische piloot, (intieme) relaties lopen stuk.

Bessel legt uit dat er bij trauma 2 soorten reacties zijn: degenen die heel goed kunnen functioneren in het dagelijks leven (meestal de workaholics), maar zonder emoties en gevoel zijn en stuk gaan op relaties. En degenen die totaal niet meer kunnen functioneren, wanhopig, lethargisch, lamgeslagen zijn en helemaal niets meer doen. Dit kan er letterlijk voor zorgen dat mensen fysieke klachten krijgen die geen medische oorzaak hebben. 

Heling

PTSS is te behandelen. Bessel heeft vele vormen bestudeert van wat werkt om uit PTSS te komen. Hij noemt o.a. EMDR, Yoga, Psychodrama en Drugs. Die laatste is uiteraard interessant, maar niet helemaal nieuw. In 2019 zijn al Nederlandse militairen behandeld met deze vorm van traumatherapie voor PTSS (ad.nl wetenschap, J. van Kempen 18-10-2019).
Niet geschikt voor mijn jongetje met schooltrauma denk ik.

Daarbij vind ik het trauma van dit jongetje een ‘situationeel trauma’. (Vergelijkbaar met situationeel verzuim. Iemand kan zijn werk nog wel doen, maar niet in zijn eigen werkomgeving).
Zo is het ook met dit jongetje. Hij kan wel leren (is zelfs hoogbegaafd en volgt van ellende maar een cursus Spaans nu hij thuis is), maar het luk hem niet om fysiek naar zijn school te gaan. Dan slaan de stoppen door, kan hij niet meer rationeel denken en vlucht hij letterlijk weg. Ook fysieke klachten dienen zich aan als hij in de buurt van zijn schoolgebouw komt of er zelfs maar aan denkt.

EMDR of Psychodrama zouden meer kans van slagen hebben, denk ik.

Oordeel

Tijdens het kijken van de uitzending van Zomergasten over trauma en het luisteren naar de visie van Bessel van der Kolk en het kijken naar zijn fragmenten, komt steeds weer mijn eigen oordeel naar boven dat ik het vergelijk niet mag maken. Zwaar getraumatiseerde personen vanuit oorlog, rampen, mishandeling, seksueel misbruik, geestelijk en lichamelijk geweld, vergelijken met een jongetje dat ‘niet naar school wil’ en wegrent als hij daar wel heen moet. Dat kan toch niet. Dat heeft toch totaal niks met elkaar te maken?

Wel als ik de oorzaak hoor van trauma door geestelijk en/of fysiek geweld, seksueel misbruik, mishandeling. De eenzaamheid van deze mensen. Het niet gehoord, gezien worden. Kinderen die denken dat ze mishandeld of misbruikt worden omdat ze gek zijn, niet gewenst zijn, niet zo zijn als anderen. ‘Ik ben zo anders, ik voel me zo anders, ik zal wel gek zijn en daarom gebeuren er nare dingen met mij. Dat is mijn straf. Ik zal nog beter mijn best doen’, om zo vervolgens een hekel aan zichzelf te krijgen omdat ze zich aanpassen, maar dit niets oplevert in het gedrag van de ander, of het gevoel over zichzelf.

En dat is precies de overeenkomst met mijn doelgroep die het op school vaak zo zwaar heeft. Nee, ze worden niet mishandeld, of misbruikt, maar ja, ze voelen zich anders, zijn niet als de rest, hebben geen referentiekader, want ze zijn vaak de enige (of een van de weinige) in hun omgeving. Ze worden niet begrepen, niet gezien gehoord. En als ze zich aanpassen, verandert er vaak helemaal niets en zullen ze gaan denken dat het inderdaad aan hen ligt, het hun straf is, ze gek zijn, iets mankeren, niet deugen.

Meneer Bessel wordt niet door iedereen gewaardeerd. In de Volkskrant van 26 augustus 2022 wordt een zeer kritisch stuk gepubliceerd waarin Van der Kolk als een gevaarlijke man met onjuiste ideeën wordt weggezet.
Natuurlijk is hier aandacht voor in het programma, maar Bessel geeft geen krimp. Hij vertrouwt op zijn eigen kennis en kunde en wetenschappelijke onderzoeken. Hij geeft aan dat de mensen die kritiek hebben, hun kritiek baseren op werk vanuit een laboratorium en niet of nauwelijks weten wat trauma écht met mensen doet. Dat je dit pas kunt weten als je het ervaren hebt door met deze mensen te werken, te praten, ze te begeleiden en behandelen.

Laat ik me nou ook vaak zo voelen als het om ‘schooltrauma’ gaat bij mijn cliëntjes. Niet serieus genomen worden door schoolleiders, jeugdartsen, gedragswetenschappers, psychologen, orthopedagogen, etc. Zij hebben hun oordeel klaar en dat luidt: niet vastgesteld door de wetenschap of vertegenwoordigers van de wetenschap, geen juiste titel, niet de juiste classificering, maar wel durven beweren dat er sprake is van trauma, opgelopen door of op school. Dat mag niet hoor!

Nou, ik ben het volkomen met meneer Bessel eens. Door het werken met deze kinderen (en hun ouders), ze te begeleiden, met ze te praten, met ze te spelen en ze te begeleiden, screeningslijsten (jawel, Cotan gevalideerd) af te nemen en deze zelf te interpreteren, durf ik vol vertrouwen vanuit mijn eigen kennis, kunde, ervaring en bekwaamheid te zeggen dat schooltrauma bestaat en aan PTSS gerelateerd gedrag kan veroorzaken. Punt. 

Verbinding

De rode draad in het  programma Zomergasten met Bessel van der Kolk is ‘verbinding’, concludeert Abbing aan het eind van het programma.

Verbinding is het sleutelwoord om personen die getraumatiseerd zijn, zich anders voelen, niets meer voelen, zich niet gehoord voelen, niet gezien voelen, niet begrepen voelen, beter te laten voelen.
Dus ook de kinderen met een schooltrauma hebben nood aan VERBINDING.
Geef ze wat ze nodig hebben, luister naar ze, kijk naar ze en zie hoe ze zijn en respecteer dat. Stop ze niet in een keurslijf, in een hokje. Geef ze niet het idee dat ze moeten presteren, maar geef ze het idee dat ze mogen leren, telkens weer opnieuw, ook als ze het fout doen, terwijl ze toch zo slim zijn.

Bessel geeft ter afsluiting zijn voorkeur in vorm tot verbinden aan. Met muziek en dans. Met ritme. Muziek verbindt en spreekt voor iedereen dezelfde taal.

Zomergasten sluit af met de song ‘we shall overcome’. In verbinding met elkaar door muziek, woord, ritme en saamhorigheid, de narigheid overwinnen.

Ik gun het de kinderen met een schooltrauma zo. Om hun angsten, vastgeroeste gedachten, conditioneringen, aannames, oordelen en vooroordelen te overwinnen. Samen met diegenen die voor hen moeten zorgen: leerkrachten, ib’ers, schoolleiders, schoolpsychologen, orthopedagogen, klasgenoten, ouders, vrienden, kennissen en hulpverleners.

Zodat ook zij, vrij en zonder (situationeel) trauma door het leven kunnen.

Prof. dr. Bessel van der Kolk, Traumasporen, 2014

Zomergasten, NPO2, 28-8-2022