06 48 92 70 74 christel@bureaucic.nl

Oké, de meeste moeders zijn vanaf dag één apetrots op hun pasgeboren kroost. Alles wat het kleintje doet is zo’n beetje wereldnieuws en deze uitzonderlijke prestaties van de nieuwkomer worden gretig gevolgd door opa’s, oma’s, ooms, tantes, buurvrouwen, vriendinnen, en zelfs de bejaarden in de supermarkt doen gewoon lekker mee. Je zou van minder trots worden, toch.. Of ‘fier zijn op uw schattekes’, zoals ze hier maar een paar kilometer vandaan, net over de grens met het Belgische land zeggen. En dát vind ik nou eens een mooie uitdrukking. ‘Fier zijn op uw schattekes’

Toevalstreffer

Maar wat als jouw kind nou eens écht wereldprestaties lijkt te leveren als ie nog maar heel klein is.. wat dan? Want dat mag je liever niet zeggen hier in ons nuchtere polderland. ‘Niet boven het maaiveld uit alstublieft’ en ‘doe maar gewoon dat is al gek genoeg’. Een conditionering waar een ouder van een hoogbegaafd kind wel eens de hik van kan krijgen. Want als jouw kleine spruit iets gaat doen, waarvan jij denkt: ‘hee, da’s misschien toch wel bijzonder, dan wordt het vaak meteen gebagatelliseerd, de kop ingedrukt of afgedaan als ‘een toevalstreffer’. Of ze beschuldigen jou er zelf van dat je zo ‘volwassen en ouwelijk’ met je kind omgaat. En dus ga je niks meer zeggen en pieker je jezelf suf of het nou wél of niet bijzonder is wat jouw kind doet, zegt, maakt of kan.

Nijntje

Mijn oudste (en dus ook de eerste) deed iets heel bijzonders, tenminste dat vond ik toch echt, als ik hem ’s avonds naar bed bracht en een verhaaltje voor ging lezen. Hij kon nog niet praten, zat in zo’n slaapzakje op schoot (ik denk dat ie ongeveer een maand of 14 was) en dan las ik nijntje voor. En natuurlijk gaan jullie dit niet geloven, maar het is écht waar.. zodra er een punt of komma of uitroepteken in een zin stond, begon hij te wijzen en lawaai te maken. Ik begreep er niks van. Intuïtief dacht ik nog “hij zal toch niet bedoelen dat ik die leestekens moet uitspreken?” Maar wat blijkt.. moederinstinct faalt nooit en vanaf het moment dat ik de punten en komma’s mee voor las, werd hij rustig en was het oké voor hem. En ik dacht… dit is raar, toch?! En intuïtief voelde ik ook aan dat ik dit niet ging vertellen aan mijn vriendin met een jongetje van dezelfde leeftijd die het liefst in zijn bedje, box of kinderwagen lag te slapen en in boekjes helemaal geen interesse had.

Sprongetjes

En ik was dus jaloers op die vriendin met haar slapende baby, die overal mee naartoe kon, nergens last van had en zich keurig ontwikkelde volgens ‘oei ik groei’. Damn, die van mij deed werkelijk álles anders. Ik had helemaal niks aan dat prachtige oeiboek, want hij liep totaal uit de pas. Het enige waar ik wat aan had, waren de overzichten van de sprongetjes. Alleen bij ons leek er nooit eens een tussenperiode te zijn van rust. Hij schoot van het ene sprongetje in het andere. Dodelijk vermoeiend voor zowel moeder als kind.

Clowntjes

Die van ons sliep nauwelijks, was van slag als we eens weg gingen met de auto en als we bij opa en oma waren en er was een ander ritme, kon ie daar bij terugkomst wel 3 dagen last van hebben.
Met een week of 10 heb ik hem uit de kinderwagen gehaald en zo goed en zo kwaad als het ging in een buggy gelegd. Hij wilde niet in die kinderwagen, schreeuwde en wrong net zo lang tot ik niet meer naar buiten wilde. Maar in de buggy was het gewoon oké, toen kon hij alles zien en had hij bewegingsruimte.
De mobiel van clowntjes boven zijn box was een regelrechte ramp aan overprikkelingsfactoren, maar wisten wij toen veel.. hádden we het maar geweten.
Al vroeg ging ie aan de melatonine en zat met zijn 10 jaar op het ongedeeld gymnasium, om daar pas na 8 jaar weer af te komen met een hangen-en-wurgen-diploma.

Trots

En nu,… nu ben ik kei trots op ‘m. Hij vliegt uit. Hij verlaat het nest. Op kamers, zelfstandig, weg uit het hotel bij moeders.. en zelf voelt ie zich trots, maar ook onzeker. Hij weet niet of hij klaar is voor de grote wereld en zijn eigen zelfstandigheid. Maar ik denk dat hij het wel kan. Hij heeft zich immers ook uit die kinderwagen weten te wringen. Hij heeft mij duidelijk kunnen maken dat ik de punten en komma’s bij Nijntje niet mocht overslaan. Hij heeft zich niet altijd aangepast aan de gemiddelde ontwikkeling, maar who cares. Hij gaat pedagogische wetenschappen studeren aan Erasmus. Na een teleurstellende poging tot een hbo-opleiding automotive. Hij geeft niet op, hij zet door en hij is mijn grootste inspiratiefactor en drijfveer voor het dankbare werk wat ik doe. Dus ja, ik ben ontzettend fier op mijn schatteke en ik ga hem heel erg missen thuis, maar ik weet zeker dat hij het gaat rooien daar in de ‘grote stad’. En dat hij het nest verlaat is voor mij nu wereldnieuws en ik durf het nog te vertellen ook. Hij is bijzonder in zijn anders zijn, maar ik ben oh zo trots!