Oké, vanochtend werd ik maar weer eens wakker met een liedje in mijn hoofd, ik weet al niet meer welk liedje, want er wappert al weer een nieuwe song door mijn hoofd. En dat gaat vaak de hele dag door. Ik kan er soms serieus gék van worden. En als er nou enige logica zat in deze muzikale belasting van mijn brein, maar helaas, die heb ik nu, na al die jaren dat ik dit al (bewust) heb, nog niet ontdekt.

Geen rust

Ik word wakker, sta op en kan het meest lullige liedje in mijn hoofd hebben, variërend van vader Jacob (en dat verzin ik niet hoor), een klassiek trompetconcert, tot een Nederlandse kraker uit de kroeg. Ik vraag er niet om, ik wil het niet en tóch overkomt het me iedere dag weer. Soms kan ik het herleiden tot een liedje wat ik de vorige dag gehoord heb, maar meestal popt er zomaar iets op of zit er al iets in. En ik vind dit vre-se-lijk. Het verstoort mijn rust, mijn gedachtegang en mijn focus.

Gemiste kans

Het hoort al jaren bij me en ik zou willen dat ik er iets lucratiefs mee had kunnen doen, maar het heeft me tot nu toe niets opgeleverd dan hoofdbrekens van waar ‘t vandaan komt en hoe ik het weg krijg. En als ik nou super muzikaal was, of een absoluut gehoor had, of van elk liedje na één keer horen de tekst wist. Niets van dit alles valt mij ten deel. Ik ben muzikaal aangelegd ja, voor de gemiddelde amateur speelde ik best aardig trompet in mijn puberjaren, maar een absoluut gehoor heb ik niet, kon niet uit mijn hoofd spelen en jazz- blues, bigband en improvisatie gingen zo aan mijn neus voorbij. Tot mijn grote spijt want dát vond ik fantastisch, maar ik kón het niet. Ik snapte de akkoorden niet, had niet genoeg lef en vond mezelf als meisje toch al niet geschikt als trompettist. Dus, uit die schijnwerpers dan maar. Ik ben een paar keer gevraagd om in te vallen in een band of orkest, maar vond mezelf dan niet goed genoeg en durfde niet. Nu denk ik: als ik niet goed genoeg was geweest, hadden ze me niet gevraagd. Maar die wijsheid had ik toen nog niet. Gemiste kansen dus.

Gehaald, maar toch gefaald

Voor mijn examens die ik af moest leggen op de plaatselijke muziekschool, die hoog aangeschreven stond (extra druk…), was ik niet te genieten en een overload aan stress zorgde er voor dat ik altijd moest huilen.
Ja hoor, tuurlijk, een meisje… en die gaan dan huilen. Kak. Mijn trompetleraar snapte er niets van, mijn ouders begrepen het niet – ik kon het toch, was meer dan goed voorbereid -en toch altijd die waterlanders, een dichte keel, een hoge ademhaling en hartslag van boven gezond. En dat is nu net niet handig als je trompet moet spelen. En toch slaagde ik erin om steeds goed mijn examens door te komen en mooie cijfers te halen (nooit beneden de 8, nooit boven de 8,5). Maar na afloop voelde het alsof ik ontzettend gefaald had. Ik had immers gehuild, me zwak opgesteld, laten zien dat ik een watje was. Wat een ellendig gevoel gaf dat en het overstemde de vreugde van het gehaalde examen mét diploma.

Intense emoties

Stel je voor… dat jouw kind ook emotioneel overprikkeld is en zo’n zelfde soort intense emoties ervaart bij het moeten maken van een proefwerk, houden van een spreekbeurt, geven van een presentatie. Je kind voelt alleen nog maar die heftige emoties, waardoor je zoon of dochter het idee heeft dat alles gaat mislukken, het afschuwelijk is gegaan en het cijfer daar ook wel naar zal zijn. Het helpt er niets aan dat jij zegt dat het allemaal wel mee zal vallen, je kind goed is voorbereid, het hartstikke goed zal gaan enzovoort. Je kind voelt de druk alleen maar toenemen.

Fouten maken mág

Wat zou ik vroeger blij geweest zijn met begrip van maakt niet uit wie. Mijn ouders, de examinator, de buurvrouw, mijn leraar, een vriendin. Maar in elk geval iemand die mij had verteld dat het logisch was dat ik gespannen was en dat deze overprikkeling zich bij mij uitte in huilen. Wat zou het fijn geweest zijn als ik al van tevoren een potje had kunnen sniffen in iemands mouw, armen of op een schouder. Dat ze me gezegd hadden dat het oké was om te huilen om de spanning eraf te halen, dat ik niet meer kon doen dan mijn best en dat alles wat er gebeurde oké was. Of dat er iemand gevraagd had….’wat is het ergste dat er kan gebeuren’ en dat ik dan had kunnen zeggen: ‘dat ik een fout maak’…. En dat iemand mij daarin had kunnen begeleiden en mij had kunnen vertellen dat fouten maken mág, niet erg is en er niet voor zorgt dat de wereld vergaat. Dat een trompetexamen maar relatief belangrijk is als het voor je hobby is en je er niet mee naar het conservatorium wil. Sjonge zeg, wat had ik dat graag willen horen.

Handvatten

Gelukkig weet ik het nu en herken ik het bij veel kinderen in de praktijk en zie ik ouders worstelen met dit ‘gedrag’ van hun kind. Ze weten niet zo goed hoe ze het aan moeten pakken. En daarom heb ik die online training ‘pientere-prikkels’ gemaakt. Om die handvatten te geven aan volwassenen om hun kind(eren) te begeleiden als ze intens overprikkeld zijn vanuit de 5 overprikkelingsgebieden van Dabrowski bij hoogbegaafdheid.
Eén van die 5 gebieden is het sensitieve gebied, het overprikkelingsgebied van de zintuigen. Ik wed dat daar die ellendige liedjeskanonnade in mijn hoofd altijd vandaan komt. Je zult maar geteisterd worden door een liedje, als je een toets moet maken, gefocust moet zijn bij uitleg in de klas, of graag wil slapen en er galmt een Nederlandse kroegschlager door je hoofd of liedje van Kinderen voor Kinderen of ….