Diplomatiek raketje

Oké, voor de 3e keer in 4 weken is onze dochter ziek. Van covid naar een zware verkoudheid naar buikgriep. Gelukkig valt het deze keer in de voorjaarsvakantie en kan ik (zonder ongemakkelijk schuldgevoel over mijn werk) bij haar zitten en er voor haar zijn. Zij onder haar dekbed, ik met mijn telefoon en benen ontspannen gestrekt, samen op de bank.

Net als ik volop in een achtergrondartikel zit over raketaanvallen op een kerncentrale in Oekraïne vraagt dochterlief om een ijsje voor haar zere keel. Lekker lullig toeval, we hebben raketjes in huis. Ik antwoord wat kort: ‘ja, zo meteen’ en val per direct terug in mijn artikel en gedachten over de oorlog, de gevolgen, het hoe en wat en mijn verstand dat dit allemaal niet zo goed kan bevatten.

Bommetje

Na een tijdje hoor ik wat gepiep vanonder het dekbed…… ‘mama, wat is voor jou zo meteen?’

Meteen gaat er een bommetje af in mijn hoofd…. Zij heeft verdorie op microniveau meer diplomatie in haar kleine hoofdje van 8 jaar dan die hele grote bende op macroniveau.
Ik schiet omhoog en haal het ijsje, een beetje beschaamd over mijn eigen gedachteloosheid voor haar en de grote zorgen in mijn hoofd over van alles en nog wat waar ik weinig tot geen invloed op heb.
Op het welbevinden van mijn kleine meisje heb ik echter wél invloed. Ze heeft me weer even wakker geschud. Ze heeft me weer eens duidelijk gemaakt hoe het werkt bij kinderen. Duidelijkheid, structuur, regelmaat.

Duidelijkheid

Niet alle kinderen kunnen dit echter zo helder en diplomatiek verwoorden naar hun ouders en/of verzorgers (zoals bijvoorbeeld leerkrachten). Ze hebben een vraag gesteld, maar kregen een niet zo’n heel duidelijk antwoord terug, wat maakt dat er in hun hoofd inmiddels al van alles gebeurt wat zomaar tot een kleine vulkaanuitbarsting van boosheid, ongeduld en onduidelijkheid kan zorgen. Het kind denkt: ‘ik heb een zere keel, wil graag een ijsje, mijn moeder vindt het goed, maar ze brengt het maar niet, … waarom duurt het zo lang?’
Ze weten waarschijnlijk best hoe het moet als ze de volgende vraag stellen naar wanneer het ijsje komt, maar omdat er al zoveel in hun hoofd gebeurd is in de tussentijd, komt dat er dan niet altijd even handig meer uit, misschien zelfs wel met boosheid, of agressie. Maar aan wie ligt dat dan? Aan het kind? Dat een duidelijke vraag stelde, maar een vaag antwoord terug kreeg en daar maar mee moet dealen? Of ligt het aan de ander… die de heldere vraag van het kind niet voldoende duidelijk terug communiceert? En hoe reageren wij als ouder/verzorger dan weer op het gedrag van het kind?

Ik steek in dezen mijn hand maar in eigen boezem. Met dank aan de diplomatie van mijn dochter.

Kinderen vertonen niet zomaar gedrag waarvan wij als ouders of betrokkenen vinden dat het niet past binnen wat wij van hen verwachten.
Het is de boodschap die wij uit dragen naar het kind toe die deze reactie veroorzaakt. Al is dat niet altijd even makkelijk te zien, omdat wij als volwassenen vaak een blinde vlek hebben voor ons eigen gedrag…

Positief en vastberaden opvoeden

Volgende week start ik met de opleiding tot Positive Discipline Parent Educator. Ik hoop daarmee nóg meer effectief ouders én kind te kunnen helpen als het gaat om verbindend gezag binnen de opvoeding.

Zou een goeie zijn voor de familie van vileine Vladimir, alleen een beetje te laat ben ik bang. En misschien is het hoofd van deze mini-maxi despoot wel serieus niet in orde en is hier een stoornis de oorzaak van buitensporig excentriek en excessief gedrag. Maar dat is een heel ander verhaal. Het verschil tussen kind-eigen problematiek, persoonskenmerken en de oorzaak van gedrag. Misschien een goed onderwerp voor een volgende blog.

Nu eerst maar aanzien hoe de keelpijn en aanval op de kerncentrale zich verder ontwikkelen ……

Precies goed

Oké, het is inmiddels begin januari en ik heb al heel veel mensen ‘de beste wensen’ gestuurd, alle goeds voor het nieuwe jaar gewenst, een mooie start voor 2022 toegedicht en met vooral veel vertrouwen voor het nieuwe jaar….

Maar wat zijn nou die beste wensen, wat is dat ‘alle goeds’, wat maakt dat ik je ‘vooral veel vertrouwen’ wens? Want wat voor jou alle goeds is, is voor mij misschien wel helemaal niks. Wat voor mij een beste wens is, is voor jou misschien het meest onhandige wat ik je kan wensen. En ik vind dat ik mezelf erop betrap dat het ook best heel onpersoonlijk is, om iedereen maar hetzelfde toe te wensen

Berghutje

We zijn namelijk helemaal niet allemaal hetzelfde. Dat maakt ons nou juist zo leuk, als wereldbevolking; toch? Samen zijn we een mooi stel, met verschillende noden en behoeften. En dan heb ik het niet over primaire nood-zaken, want dan begeef ik mij op een gebied waar ik van alles van vind, maar geen verstand genoeg van heb om er echt iets zinnigs over te zeggen. Nee, dan heb ik het over geestelijke behoeften en verschillen. De een heeft behoefte aan rust, alleen zijn, regelmaat, de natuur, kamperen in een berghutje. De ander heeft behoefte aan mensen om zich heen, muziek, dansen, reuring, uitgaan, sporten, op vakantie in een luxe resort. En er zijn er vast ook die houden van een mix van alles.

Monkey Town

Ik houd van rust, alleen zijn, af en toe muziek, lezen, natuur, zeker niet kamperen in een berghutje (überhaupt niet kamperen), ben het liefste thuis, maar heb ook een gezin waarbinnen iedereen weer zijn eigen behoeftes en noden heeft. En die sluiten niet altijd naadloos aan op die van mij.

Deze wintervakantie was voor mij weer subliem. Midden in de natuur op de Veluwe, in een huis in het bos waar je verder niemand ziet, een lockdown waardoor uitstapjes niet mogelijk zijn, maar waardoor ik boeken kon lezen, in ‘alle rust’ tot rust kon komen en ik de voor mij perfecte vakantie kon beleven.

Mijn dochter echter moest haar uitstapjes naar het zwembad, Monkey Town, cafeetjes, lunchrooms, restaurants speelgoedwinkels, stadjes en dorpjes missen. Mijn man houdt het midden. Al neigt die meer naar de actieve bezigheid dan naar de rust.

Rust

We gaan nu al voor het 5e jaar naar dezelfde plek tijdens de kerstvakantie en de afgelopen 2 jaar had ik zo’n geluk met de lockdowns. Maar dat durf ik toch bijna niet te laten merken, hoewel man en kind heus weten hoe het zit. Gelukkig is de natuur vrij toegankelijk en kun je bomen klimmen en appels brengen naar paardjes tot je een ons weegt, dus had dochterlief best wat te doen. En de tuin is groot genoeg om te voetballen en de trampoline is berekend op meer dan 1 kind en de schommel is ook nog steeds leuk. Prima dus. En manlief gaat graag met haar mee en zij met hem. En dan ben ik blij dat ze (samen) even weg zijn. Even geen gekwetter, even kan dan de radio of tv uit of tenminste op een zender die ik fijn vind, op het volume dat ik als prettig ervaar.

En zij begrijpen dat inmiddels heel goed, maar daar is serieus een heel proces aan vooraf gegaan.

Precies goed

Een proces waarin ieder zijn behoeften moest leren blootgeven. Waarin iedereen moest gaan ervaren en accepteren dat we niet allemaal dezelfde wensen en noden hebben. Waarin vooral ik mijn schuldgevoel naar de anderen los mocht leren laten en voor mezelf mocht leren kiezen in doen waar ik blij van word in de vakantie. Wat niet betekent dat ik nooit mee ga met de anderen. Het betekent wel dat we elkaar respecteren in wat we willen doen en waar we blij van worden. En dat gaat steeds beter. Ik kan steeds beter thuis blijven zonder me schuldig te voelen. Ik kan steeds beter bepalen wat goed voor mij is (en inmiddels niet alleen maar in de vakantie) en dat levert iets heel positiefs op. Dat levert ons namelijk een hele relaxte, voor iedereen ontspannen en gezellige vakantie op. En dat is nou precies wat ik iedereen gun en wens. Dat het precies goed is voor jou. En niet alleen voor jou, maar ook voor die ander, en die ander en die ene en die andere.

En daarom wens ik je voor de komende tijd in 2022 precies wat goed is. Precies goed voor jou. Zodat je daar blij van wordt en ontspannen. En je daarmee ook je omgeving meer ontspannen en blij maakt. En dat het dan precies goed voelt en is…

Een precies goed 2022 gewenst dus.

Prikkels

Oké, voor de zoveelste dag deze week, word ik wakker met een knetterende hoofdpijn. En ik denk wel te weten waar die vandaan komt. Ik ben overprikkeld. Mijn hoofd tolt van de gedachten en keuzes die ik aan het maken ben en waar we ook binnen ons gezin mee te maken hebben. Het fijnste zou zijn als ik gewoon in bed kon blijven liggen, nog een uurtje of 2 in alle rust slapen om vervolgens op mijn eigen tempo wakker te worden, op te starten, koffietje erbij, mijn gedachten op papier uitstorten om helderheid in mijn hoofd te krijgen en overzicht en structuur aan te brengen.
Helaas, dat kan allemaal niet. Ik moet mijn dochter op tijd naar school brengen en daarna heb ik een afspraak bij de kapper en daarna mag ik een deur verder bij de plaatselijke alles-in-een-winkel wat Sintinkopen doen. Dus, schouders eronder en dóór.

Doodmoe

En als ik bij de kapper in de stoel word gezet en even moet wachten, vallen mijn ogen dicht van ellende. Tot de kapster aankomt. Ik schiet per direct in mijn ‘vrolijk-modus’ en kwetter er lustig op los.  Mijn kapster heeft géén idee wat er achter dat mondkopje schuilgaat en hoe ik me voel. En dat wil ik ook helemaal niet. Ik wil namelijk gewoon meedoen, aardig gevonden worden en niet zeuren. En ondertussen denk ik aan de kinderen in mijn praktijk waar ik met ouders voor aan het vechten ben om ze op een passende manier onderwijs te laten volgen. En dat het zo lastig is om aan al die betrokken partijen: leerkrachten, zorgmedewerkers, GGD-arts, leerplichtambtenaar, uit te leggen waarom het deze kinderen niet lukt om 5 dagen per week (volgens de strakke regels van de school en leerplicht) gefocust, gemotiveerd en blij naar school te gaan en ook nog goed te presteren.
Alleen al van de gedachte word ik doodmoe.

Negatieve spiraal

Want deze kinderen – en het zijn er serieus meer op dit moment – , laten ook niet altijd zien dat het ze niet lukt, of kunnen niet goed woorden geven aan waarom ze zich zo belabberd voelen. Die willen ook het liefst gewoon wél in het kader vallen en net zo zijn als al die andere kinderen die het wel lijkt te lukken om die schoolweek moeiteloos door te komen. Deze kinderen voelen zich eenzaam, niet gehoord, niet serieus genomen worden en gaan twijfelen aan zichzelf. En als je gaat twijfelen aan jezelf, je eenzaam en niet gehoord voelt, dan voel je je nog veel vervelender en kom je meestal helemaal niet meer tot leren. Dus die adequate prestaties kunnen we dan ook wel vergeten. En dat motiveert dan helemaal niet meer en zo dwarrelt het cirkeltje steeds dieper naar beneden en kun je wel raden wat dat voor effect heeft.

Tijd en aandacht

Het zou zo fijn zijn als deze kinderen zich in alle vrijheid konden uiten over waar ze onder lijden. En het zou zo fijn zijn als er oprecht tijd en aandacht zou zijn en op basis van gelijkwaardigheid met deze kinderen gesproken zou worden. Zowel thuis, op school als in de hulpverlening.

Ik heb een 12-jarige jongen in begeleiding, die het op dit moment niet lukt om volledig naar school te gaan. Op bepaalde dagen voelt hij zich ‘belabberd’ en kan het dan gewoon niet. Samen met ouders wordt gekeken naar hoe daar op de middelbare school invulling aan gegeven kan worden. Dat is een lastige kwestie. Want het kind is niet echt ‘ziek’. Dus zou hij gewoon naar school moeten. Tenzij een onafhankelijk team en /of arts iets zinnigs kan zeggen over de belastbaarheid van dit kind. Maar deze jongen vindt het heel moeilijk om uit te leggen waardoor het nou komt dat hij steeds van die belabberde dagen ertussen heeft (en ik dacht gelijk aan mijn hoofdpijn dagen en het masker dat ik dan maar weer opzet; tot ongenoegen van mijn eigen lijf).
Tot we kortgeleden in de begeleiding tot een diepe kern van het manneke kwamen. Hij sliep niet lekker in, dat kon wel een paar uur duren, daar werd hij redelijk geïrriteerd van, wat ‘de rust en het lekker in slaap vallen’ ook niet bevordert. Daarnaast bleek zijn vader volgens de jongen regelmatig ‘speeches’ over het belang van onderwijs en goed leren aan tafel te voeren waar het kind geen behoefte aan had (hij had de ‘de preek’ de eerste keer al gehoord en was deze nooit meer vergeten)  en niet naar luisterde, maar die wel werden geregistreerd en irritatie opwekte. Ook weer niet bevorderlijk. Maar toen kwam het….de jongen bleek ook nog eens helderziend te zijn. Hij ziet kleurenaura’s om mensen heen (die continu veranderen, omdat de stemming van mensen ook steeds verandert), hij ziet elk moment dat hem passeert in het leven met een ‘dubbele bril’. Hij ziet niet alleen van dichtbij wat er gebeurt, maar tegelijkertijd ziet hij ook nog eens op een tweede rij in zijn ogen allerlei films van gebeurtenissen afspelen die met associaties over de primaire gebeurtenis of zijn helderziendheid te maken hebben. Hij vertelde me over het bezoek aan een bunker uit WO-II tijdens de zomervakantie. Hij ‘zag’ de soldaten, hij ‘voelde’ de sfeer, er trok een hele film aan gebeurtenissen aan zijn ogen voorbij die te maken hadden met de oorlog en wat daar gebeurd was. En dat gaat altijd zo in zijn hoofd. Echt, je zou al van minder slecht slapen toch?!

Dát is dus overprikkeld zijn

Ik schrok, was stil, mijn hoofd draaide op volle toeren….. ik begreep ineens in volle omvang wat het voor deze jongen betekent om ‘prikkels te ervaren’, ‘overprikkeld te zijn’, ‘belabberde dagen’ te hebben waardoor hij de moed niet op kan brengen om naar school te gaan. Ik snapte het hele plaatje in één keer. Ik voelde medelijden en kreeg een schuldgevoel. Want ik had getwijfeld aan zijn oprechtheid over zijn belastbaarheid. En vanuit die twijfel was ik systemisch met hem aan de slag gegaan en had ik hem ‘school’ op laten stellen en zijn belastbaarheid daarin. Hij koos helemaal niet de zwaarste koffer en gaf geen negatieve emotie aan bij school. Want het liefst gaat hij gewoon naar school, want hij vindt school ‘eigenlijk best heel leuk’, zei hij. En ik begreep het. Het werd mij helemaal duidelijk. Maar hoé leg je dat nou uit aan al die knappe koppen die beslissen over de belastbaarheid van een kind met betrekking tot het volgen van lessen.

Hij kwam zelf met de oplossing. Hij gaf aan dat hij het zo fijn had gevonden dit nu eindelijk eens goed uit te kunnen leggen, het hielp hem echt, ook in zijn eigen helder krijgen van het hoe en waarom. En hij gaf zelfs aan dat als er een arts kwam waar hij iets aan uit moest leggen, hij al voorzag dat dat goed zou komen.  En ik wil hem zo graag geloven, omarmen, bejubelen, de hemel in prijzen voor zijn moed, durf, openheid en oprechtheid. Maar ik vrees ook voor het (voor)oordeel van de knappe koppen in deze casus, omdat mijn vertrouwen al zo vaak beschadigd is in schoolsystemen waar voor prikkelgevoelige, hoogbegaafde kinderen aanpassingen gedaan zouden moeten worden.

Hear hear

Mijn hoop is nu een klein beetje gevestigd op het debat over passend onderwijs, óók voor hoogbegaafde leerlingen en de moties die daarvoor ingediend zijn door meneer Heerema om de samenwerkingsverbanden te dwingen om hoogbegaafde kinderen te helpen en ondersteunen, zonder ze het predicaat ‘gehandicapt’ op te hoeven plakken.
Hear hear Heerema!

 

 

Testen

Oké, steeds meer ‘bekende’ mensen om mij heen blijken corona te hebben.
Wanneer laat jij je testen op covid-19? Ik vind dat dus heel moeilijk? Bij klachten… maar wat zijn klachten? Keertje, niezen, hoesten, koorts, keelpijn, je niet lekker voelen? Buikpijn, hoofdpijn, vermoeidheid? Ik vind het maar lastig. 

Al die klachten?

Moet ik nou ál die klachten hebben, of een beetje van alles, of kan ik ook een paar klachten hebben, of sommige helemaal niet (ik heb bijvoorbeeld nooit koorts, maar ben wel allergisch…). Als ik dan klachten heb en ik laat me testen en het is negatief, dan was het allemaal maar flauw gezeur. Maar als ik lichte klachten heb en me niet laat testen en dan misschien onwetend positief ben, wat voor een gevaar lever ik dan weer voor mijn omgeving? Ik kom hier niet aan uit. Te kritisch nadenken, te veel associëren en invullen in plaats van rechtlijnig denken, te veel nadenken over wat een ander er van gaat vinden….. 

Hoogbegaafdheid ‘testen’

En zo is het ook met hoogbegaafdheid ’testen’. Dat is ook een heel lastig verhaal. Niet als je een hoogbegaafd persoon bent dat lekker in zijn vel zit, goed meedraait in het onderwijssysteem en sociaal-emotioneel geen belemmerende factoren ervaart. Prima, dan geeft die IQ-test echt wel een duidelijk cijfer aan – meestal boven de 130 – . En voor velen is dát nog altijd hét bewijs dat je hoogbegaafd bent. Nou…… daar wil ik het dan graag mee oneens zijn. Want als jij zo’n persoon bent die niet zo lekker in zijn vel zit, niet goed meedraait in het schoolse systeem en allerlei sociaal-emotioneel belemmerende factoren ervaart, dan is testen wél lastig en komt er heel vaak geen cijfer boven de 130 uit en is er nog steeds geen duidelijkheid.
En dat levert dan vaak de conclusie op dat er van hoogbegaafdheid dus geen sprake is… 

Hallo….. het werkt andersom

Niet dus. Ik zie té veel kinderen en (jong)volwassenen in de praktijk die zeer zeker wel hoogbegaafd zijn, maar niet florissant uit een IQ-test komen. Voor school en omgeving vaak een reden om een kind niet in een verrijkingsgroep toe te laten, of op een andere manier of op een ander niveau uitdagender werk te geven. Nee hoor, ze moeten eerst maar eens laten zien dat ze het kunnen.
Nee! Niet waar. Echt niet. Het werkt serieus andersom.
Geef ze eerst verrijking en uitdaging. Stil hun leerhonger. Ga daarnaast het kind/de persoon bekijken op wie hij werkelijk is. Leg het Zijnsluik van hoogbegaafdheid er eens overheen. Bekijk eens door welke overprikkelingsfactoren deze persoon belemmerd wordt. Kijk en voel eens wat er nodig is, in plaats van aan een cijfer af te lezen hoe of wat. 

Onzekerheid en associatief denken belemmeren

Hoe kan je de illusie hebben een hoogbegaafd overprikkeld persoon door middel van onderzoekjes waar bijvoorbeeld tijdsdruk aan hangt, te laten ‘presteren’? De persoon is al overprikkeld, wat denk je dat tijdsdruk hiermee doet?
Hoe wil je een persoon die in zijn hoofd allerlei associaties bedenkt bij een vraag en niet goed weet of ze dat bedoelen wat hij/zij denkt dat ze bedoelen tot een juist antwoord laten komen, zonder enige hulp, aanwijzing of steun? Hoe kun je iemand die veel ‘letterlijk’ neemt nou een praatplaat onder zijn neus duwen en op grond van ‘letterlijke’ antwoorden van een label voorzien, zonder daar verder over in gesprek te gaan? 

Tenenkrommende conclusies

Zou je niet liever bij een kind, waarbij je ziet dat het anders denkt, anders voelt, anders reageert en anders leert, op zoek gaan naar waar het op vastloopt en waardoor dat komt? Zeker als er gezegd wordt: ‘tja, we zien wel dat jouw kind slim is hoor, maar we zien het niet terug in de citoscores’. Tenenkrommend deze conclusie. Want het is zo logisch als je er even verder over na denkt. Natuurlijk laat een slim, maar anders denkend, anders voelend anders lerend en redenerend iemand niet per definitie op de citoscores zien wat er in zit. Aan zo’n test kleven namelijk nogal wat nadelen voor deze doelgroep. Tijdsdruk is er daar een van. En het belang dat er aan gegeven wordt (een gevoelig kind voelt feilloos aan dat zelfs de leerkracht anders is dan anders als er een citotoets gedaan wordt). Daarnaast is de vraagstelling vaak niet eenduidig voor iemand die zeer sterk anders en associatief denkt. 

Alle antwoorden zijn oké

Voor hoogbegaafde kinderen zijn vaak álle antwoorden die gegeven worden mogelijk, omdat ze bij elk antwoord een aannemelijk argument kunnen bedenken of halen uit de begeleidende tekst.
Iemand die meer visueel ingesteld is, kan verward raken door een onbeduidend tekeningetje bij een opdracht. De focus op de tekening wordt te groot, waardoor de opdracht niet meer helder is (het kind vraagt zich af wat het tekeningetje wil zeggen, betekent, wat voor rol het speelt bij de opdracht, etc). Een kind dat hoogbegaafd is en prikkelgevoelig is, kan al bij de vraagstelling onderuit gaan. Wat wordt er precies bedoeld met de vraag? Deze kinderen denken anders (vaak heel moeilijk en niet rechtlijnig), waardoor een op het eerste gezicht duidelijk lijkende vraagstelling ineens helemaal niet zo duidelijk blijkt te zijn en voor allerlei antwoorden te interpreteren is.
En daarom komt er vaak bij een cito helemaal niet uit wat erin zit. Terwijl het kind het bij de gewone methodetoetsen heel goed doet…maar we blijven toch met zijn allen naar de cito’s kijken. Waarom? Wat is het doel? Ik snap het oprecht niet. In elk geval niet voor deze doelgroep: de hoogbegaafde, prikkelgevoelige leerling die vastloopt door anders denken, anders voelen, anders reageren, anders leren. 

Een ander systeem graag… dank u

Die gun je toch gewoon een ander systeem…
Net zoals het corona-testen. Ik wil eenduidigheid in wanneer ik me zou moeten laten testen. En wanneer ik wel of niet voldoende klachten heb om dat te mogen laten doen.
Vooralsnog geen en ik hoop dat dit zo blijft.

 

Denken

Oké, een jongetje dat ik begeleid, wil uitvinder worden. Top, hij heeft super veel leuke ideeën en knutselt en prutst er wat op los. Tot ergernis van moeder, want: ‘hij maakt nooit iets af, loopt halverwege het project boos weg’, of ‘barst in tranen uit en begint de volgende dag aan iets nieuws’. Haar grootste ergernis? ‘Hij maakt nooit iets af’. En de juf begon er laatst ook al over…..arm ventje dacht ik. 

Geniale uitvinder

Heb jij wel eens van de termen divergent en convergent denken gehoord? Het zijn creatieve denkprocessen. Hoogbegaafde kinderen zijn vaak divergente denkers. Als je divergent denkt, denk je zo ongeveer als een verstrooide professor, een geniaal uitvinder, maar wel diegene die over het algemeen niet veel verder komt met zijn geniale ideeën dan dat ze zich opstapelen en als half afgemaakte projecten blijven zweven en steken. Divergente denkers schieten alle kanten op, kunnen heel goed associëren en creatieve oplossingen bedenken voor een probleem in alle soorten en maten. 

Denktrechter

Convergente denkers gaan efficiënter te werk. Zij hebben ideeën en gieten deze vervolgens in een soort trechter en filteren van daaruit wat wel en niet relevant, bruikbaar en/of efficiënt is. Zo komen ze op een hele logische, systematische manier tot de oplossing van hun vraagstuk, opdracht of creatieve uiting. Er wordt vooral gezocht naar één of slechts enkele oplossingen. 

Divergent én convergent

Allebei deze manieren van denken leveren goede dingen op. De ene manier is niet perse slechter dan de andere manier. Het is wel fijn als je deze twee manieren van denken allebei in kunt zetten, om tot de oplossing van een vraagstuk, probleem of creatieve opdracht te komen. Eerst het divergente proces om zo veel mogelijk ideeën, oplossingen en antwoorden te bedenken om hier vervolgens het convergente denkproces op los laten om tot een gericht resultaat te komen. 

Hoogbegaafden lopen vast op divergent denken

Hoogbegaafde kinderen lopen vaak vast in hun divergente denkproces. Ze zien op een gegeven moment door de bomen het bos niet meer, hebben geen overzicht meer over al hun ideeën die ze voor een project, opdracht of vraagstuk hebben en verliezen zich in associaties en details waardoor ze uiteindelijk in paniek kunnen raken.
Het is echt belangrijk dat ze geholpen worden met dit proces. Van meester in divergent denken, mogen ze ook specialist in convergent denken worden, want pas dan zullen hun briljante divergente bedenksels fantastische antwoorden en resultaten op kunnen leveren. 

Gewoon een luie slimmerik

Maar wie ziet nou dat een hoogbegaafd kind hulp nodig heeft bij een denkproces? Vaak wordt dit gemist door aannames en vooroordelen. Want als je een hoogbegaafd kind als een ‘Einstein’ ziet, dan zul je waarschijnlijk niet het idee hebben dat die kleine Einstein juist hulp nodig heeft bij zijn manier van Einstein-denken…
Je kunt ook denken dat de slimmerik alweer lui is, als hij bij het zoveelste project er de brui aan geeft en zegt dat hij er geen zin meer in heeft. Maar misschien is het wel de angst vanuit paniek om ‘dom’ gevonden te worden  als je een ‘simpele vraag’ stelt, of laat merken dat je niet verder kunt met je opdracht, omdat je geen overzicht meer hebt. Dan is die slimmerik niet lui, maar heeft ie juist hulp nodig om weer verder te kunnen met zijn briljant fantastische project. 

Gewoon niet kunnen

Dus als je slimme snuiter voortaan zijn zoveelste ‘uitvinding’ voor half afgemaakt achterlaat en boos wegloopt, kun je misschien in gesprek gaan om het denkproces in dat slimme koppie te helpen structureren voor je kind. Of als je zo’n pienter kind in je (plus)klas hebt, hier ook eens aan te denken als het project niet af raakt en een kind blijft hangen in de denkfase. Het is dan geen kwestie van niet willen, maar van niet kunnen. En dát maakt een wereld van verschil.